Evan,
Ik weet nog steeds niet wat bij jou van binnen nog twijfel geeft over de uiterst toxische aard van vaccins. Ik kan alleen maar concluderen dat er nog de nodige angst speelt bij jou van binnen. Nogmaals, de bescherming komt van binnenuit. Als infectieziekten van het begin van de mensheid zo dodelijk voor ons waren geweest, hadden we hier nu niet gezeten, dan waren we allang uitgestorven. De primitieve mens deed dus iets wezenlijk anders dan de moderne mens. Klopt, hij had plenty reserves aan vetzuren en mineralen, zoals Price ook al constateerde!
Dit is de mentaliteit die natuurvolkeren hadden omtrent geboorte, zwakzinnigheid en ziekte:
Quote:
Hoewel deze belangrijke factoren pas recentelijk in onze moderne beschaving in beeld zijn gekomen, toont het bewijs duidelijk aan dat menig zogeheten primitieve ras zich bewust was van de noodzaak om het moederschap te behoeden voor fysieke overbelasting tijdens de zwangerschap en voor een verminderd vermogen tot voortplanting.
G. T. Basden3 schrijft bijvoorbeeld in zijn boek Among the Ibos of Nigeria [Tussen het Igbovolk in Nigeria]:
Het wordt niet alleen een schande maar zelfs als een regelrechte gruwel beschouwd als een Igbovrouw kinderen krijgt in een kortere tijdsperiode dan ongeveer drie jaar.
Het idee van een vaste minimumperiode tussen de zwangerschappen is gebaseerd op enkele vaste principes. Men is rotsvast overtuigd van de noodzaak voor deze tussenperiode om de moeder haar kracht terug te kunnen laten krijgen, zodat zij weer gezond genoeg is om een ander kind te kunnen baren.
Mocht er een tweede kind geboren worden binnen de voorgeschreven periode, dan gaat men ervan uit dat dit kind ongetwijfeld ziek en zwak is en weinig overlevingskansen heeft.
De Indianen uit Peru, Ecuador en Colombia waren eveneens bekend met de noodzaak om fysieke overbelasting van de moeder te voorkomen.
In zijn boek North-West Amazons [Indianen in het noordwestelijke Amazonegebied] schrijft Whiffen4:
Het aantal zwangere vrouwen is opmerkelijk gezien het feit dat de mannen zich onthouden van geslachtsgemeenschap met hun vrouwen, niet alleen tijdens de zwangerschap maar ook tijdens de zoogperiode, die bij hen veel langer duurt dan bij Europeanen.
Het resultaat is dat de minimumperiode tussen de geboorte van ieder kind tweeëneenhalf jaar is en in de meerderheid van de gevallen zelfs langer.
Het is ook van belang dat de Amazone-Indianen zich bewust waren van het feit dat deze zaken verband hielden met de voeding van beide ouders. Wiffen schrijft:
Deze Indianen delen de overtuiging van zo veel primitieve volkeren dat het voedsel dat door de ouders wordt gegeten – tot op zekere hoogte door beide ouders – een blijvende invloed uitoefent op de geboorte, het uiterlijk of het karakter van het kind.
George Brown5 benadrukt dit primitieve bewustzijn van de noodzaak om voldoende tijd aan te houden tussen de geboortes van kinderen in zijn studies van Melanesiërs en Polynesiërs. Met betrekking tot de inheemse bewoners van een van de Salomoneilanden vermeldt hij het volgende:
Na de geboorte van een kind verwachtte men van de echtgenoot dat hij het huis niet deelde met zijn vrouw totdat het kind in staat was om te lopen. Als een kind ziek of zwak was, sprak men over de ouders: “Tja, ze hebben het alleen maar aan zichzelf te danken.”
Deze nieuwe gegevens werpen een belangrijk licht op de problemen van degeneratie in onze moderne beschaving.
Omdat een rassenpatroon binnen één enkele generatie kan veranderen, moet ons moderne denken en onderwijs met betrekking tot de rol van erfelijkheid worden herzien, als het gaat om oorzaak en gevolg.
Misvorming als gevolg van verstoorde erfelijkheid is net zo biologisch als misvorming als gevolg van opeenhopende factoren die erfelijke uitdrukking vinden.
In plaats van dat we de vorige generatie de schuld geven van de misvormingen of zwakheden van onze moderne generatie en daarmee onze eigen generatie van verantwoordelijkheid ontslaan, laten deze nieuwe gegevens zien dat de gehele sociale structuur die deze afwijkingen creëert verantwoordelijkheid draagt.
Hierdoor veranderen enkele aspecten verbonden aan de theorie en praktijk van modern sociaal onderwijs volledig.
In plaats van dat we de verzorging en beheersing van een afwijkende persoonlijkheid zien als een letsel veroorzaakt door invloeden die de omgeving uitoefent op een normaal persoon, moet deze gezien worden als een misvorming die invloed heeft op één schakel in de erfelijkheidsketen die noch het gevolg is van de misvorming van voorgaande schakels, noch een bepalende factor is voor toekomstige schakels in de keten.
Met andere woorden, de prognose, hoewel slecht voor de persoon, hoeft niet noodzakelijk slecht te zijn voor zijn of haar nakomelingen.
Ondanks het feit dat veel personen die lijden aan lichamelijke misvormingen een ogenschijnlijk normale hersenontwikkeling vertonen, zullen we in het volgende hoofdstuk zien dat een aantal van hen een dusdanige grote verstoring van de hersenstructuur heeft dat zij niet als persoonlijk verantwoordelijk voor hun gedrag beschouwd kunnen en moeten worden.
Mike