Momenteel ben ik het boek Superfoods van David Wolfe aan het vertalen. Hierin staat de volgende interessante info te lezen:
Quote:
Onze cellen zetten voedsel gedeeltelijk om in energie (ATP) door middel van glycolyse. Sommige mensen (langzame verbranders) hebben een trage glycolyse-cyclus, waardoor ze meer koolhydraten nodig hebben, als gevolg van een lagere productie van glucose en pyrodruivenzuur.
De glycolyse-cyclus van ‘snelle verbranders’ verloopt snel. Snelle verbranders doen er goed aan om hun inname van voedingsmiddelen met een hoge glykemische index (veredelde vruchten en voedselextracten met een te hoog suikergehalte) te verlagen en hun inname van eiwitrijke voedingsmiddelen te verhogen, zoals chlorella en stuifmeelkorrels.
'Langzame verbranders' en 'snelle verbranders' zijn vertalingen van 'slow oxydizers' en 'fast oxydizers'. De voedselverbranding gebeurt nl. d.m.v. zuurstof. Langzame verbranders hebben dus te lage zuurstofreserves en snelle verbranders beschikken wel over voldoende zuurstof. Langzame verbranders doen het beter op koolhydraten, snelle verbranders op vetten en eiwitten. Langzame verbranders hebben zuurstofschaarste, snelle verbranders hebben zuurstofovervloed. Wat wil je liever, schaarste of overvloed? Het streven is dus om zuurstofovervloed te krijgen, oftewel een vetverbrander te worden. Zie deze tekst die het verband uitlegt tussen vetten en zuurstofovervloed en suikers en zuurstofschaarste.
Mike
Quote:
Onze cellen zetten voedsel gedeeltelijk om in energie (ATP) door middel van glycolyse. Sommige mensen (langzame verbranders) hebben een trage glycolyse-cyclus, waardoor ze meer koolhydraten nodig hebben, als gevolg van een lagere productie van glucose en pyrodruivenzuur.
De glycolyse-cyclus van ‘snelle verbranders’ verloopt snel. Snelle verbranders doen er goed aan om hun inname van voedingsmiddelen met een hoge glykemische index (veredelde vruchten en voedselextracten met een te hoog suikergehalte) te verlagen en hun inname van eiwitrijke voedingsmiddelen te verhogen, zoals chlorella en stuifmeelkorrels.
'Langzame verbranders' en 'snelle verbranders' zijn vertalingen van 'slow oxydizers' en 'fast oxydizers'. De voedselverbranding gebeurt nl. d.m.v. zuurstof. Langzame verbranders hebben dus te lage zuurstofreserves en snelle verbranders beschikken wel over voldoende zuurstof. Langzame verbranders doen het beter op koolhydraten, snelle verbranders op vetten en eiwitten. Langzame verbranders hebben zuurstofschaarste, snelle verbranders hebben zuurstofovervloed. Wat wil je liever, schaarste of overvloed? Het streven is dus om zuurstofovervloed te krijgen, oftewel een vetverbrander te worden. Zie deze tekst die het verband uitlegt tussen vetten en zuurstofovervloed en suikers en zuurstofschaarste.
Mike