Mijn lichaam doet het zeer goed op vet merk ik. Vooral lever lijkt heilzaam te zijn. (Zo voelt het tenminste)
Lange tijd had ik boulimia, een ware lijdensweg. Ik had boulimia, maar wilde anorexia hebben, mager zijn..Zelfs tijdens de zwangerschap vrat en kotste ik alles uit wat VET was en wat SUIKER bevatte.
Ik at nauwelijks vlees omdat ik dit moeilijk uit te braken was, niet omdat ik me druk maakte om het cholesterol.
Inderdaad was ik bang voor vet. Vooral vet wat ik aan mijn eigen lichaam dacht te zien.
Er was sprake van een onverzadigbare honger.
Honger naar onvervulde behoeften.
Ik hield me tijdens de vreetbuien niet bezig met cholesterol, vet of koolhydraten. Ik moest eten, heel veel eten. Om het er daarna weer uit te kunnen gooien. Daarom was het noodzakelijk dat ik voeding at die er ook weer zo snel mogelijk uit kon via de weg, waardoor het gekomen was. Daarnaast laxeerde ik met senne peulen.
Ik voelde me als een leeg omhulsel. Tijdens mijn zwangerschappen zei de gynaecoloog dat het kindje toch wel nam wat het nodig had. Mijn excessief braken werd afgedaan als Hyperemesis Gravidarum. Als 21 jarige stelde dit me gerust, dus kon ik mijn onbewueste kop in het zand blijven steken. Zo ook enkele jaren later tijdens de zwangerschap van mijn tweede zoon. Ach.. die laxeerpillen konden echt geen kwaad...
Voor degene die het lezen wil, mijn verhaal. ( Wel geschreven voordat ik van Weston Price gehoord had)
Vergeving is de geur die de vertrapte bloem
verspreidt rondom de voet die haar vermorzelt
2.1 De kern van de honger
Ik kom uit een gezin waar voor mij als kind geen plaats is voor mijn emoties. Mijn ouders begrijpen mijn gevoeligheid niet.
Al heel jong, raak ik het contact met mezelf kwijt. Ik raak vervreemd van de essentie van wie ik ben.
Ik zonder me regelmatig af en vul het emotionele “gat” wat ontstaat, met snoepjes en koekjes. Ik merk dat snoepen me een soort van “roes” geeft.
Reeds op jonge leeftijd, lijkt populair zijn belangrijker voor me te worden dan al het andere. Hoe ik op anderen overkom is voor mij veel belangrijker dan hoe ik me mezelf voel, of wat ik wil of niet wil.
En hiermee zet ik de toon voor het aankweken van een schijnpersoonlijkheid.
Tijdens mijn achttiende jaar komt de eetstoornis tot ontwikkeling.
Ik leer me te concentreren op mijn begerenswaardigheid in plaats van op mijn begeerten. Zo trap ik in de mythe dat mijn seksualiteit voortkomt uit ‘mooi’ zijn, in plaats van te beseffen dat mijn schoonheid voortkomt uit mijn seksualiteit.
Ik probeer het onbereikbare te bereiken: magerder worden dan de natuur bedoeld heeft, zonder te beseffen dat ik hiermee als vrouw onnatuurlijk mager word, en daarmee afstand doe van seksuele verlangens en mijn liefde voor het meest vrouwelijke deel van mijn zijn.
Steeds meer raak ik geobsedeerd door voedsel, zodat ik mijn emotionele pijn niet te hoef te voelen.
Ik voel me als een ronde plug die wanhopig probeert te passen in een vierkant gat om te kunnen overleven en te gedijen..
Totaal vervreemd geraakt van mijn innerlijke aard, ga ik weg bij het gezin dat me niet lijkt te begrijpen. Daarna komt al snel de tijd dat ik als een vlieg in een spinnenweb, volledig gevangen word in mijn obsessie voor voedsel
Van binnen lijkt mijn lijf één groot donker gat. Een gat wat ik wanhopig probeer op te vullen met mijn dwangmatigheden rondom voedsel. De weegschaal is mijn trouwste vriend en mijn grootste vijand..
Ternauwernood houd ik me staande binnen een maatschappij die me zo vaak overweldigt en angstig maakt. Mijn drang naar presteren en mijn angst om te falen houden me overeind en voeren me weg van psychiaters en psychologen. Ik moet immers laten zien dat ik het zelf kan! En zo leid ik twee levens. Van buiten ben ik de vrolijke, vaak clowneske, goed uitziende, hard werkende Sylvia. Van binnen voel ik me totaal vervreemd. Als een vermoeid, angstig kind, met maar één uitweg voor haar emoties: bergen en bergen eten met daarna de explosie.. braken..
Wanhopig klamp ik me vast aan een schijnwereld vol illusies..
Ik schaam me voor mijn lichaam en ik probeer mijn lichaam een hoekigere vorm te geven. Een vorm die geen greintje vet bevat om de hoeken af te ronden. Doordat ik het wezen van mijn vrouwelijkheid heb verbannen, leef ik constant in een toestand van geestelijke honger. Door de vicieuze, destructieve cirkel van vreten, braken en vasten ontken ik mijn krachtigste emoties. Ik leg de stem van mijn intuïtie het zwijgen op.
Dit gaat zo jaren lang door. Zelfs het prachtige Goddelijke geschenk van het zwanger zijn en van het moederschap, wordt overschreeuwd door deze enorme emotionele, niet te stillen honger die ik krampachtig met voedsel probeer te onderdrukken.
Er zijn tijden dat ik de vreet - en kotsbuien afwissel door excessief alcohol gebruik.
Hiermee stapte ik van de ene verslaving op de andere. Niet beseffend dat zolang ik de werkelijke honger, mijn werkelijke verlangen, niet onderken, ik niet los kan komen van het verslavingsproces. De verslaving en de dwangmatige gedachten rondom voedsel, houden me weg van de werkelijkheden die ik ondraaglijk vind. Ik kan het niet verdragen in mijn eigen lichaam te zijn.
Mijn obsessie voor voedsel brengt me in een toestand van onbewustheid. Vaak verblijf ik in een tranceachtige toestand waarin ik niet hoef te voelen en geen kennis hoef te hebben van mijn pijn, verwarring en worstelingen.
Want in contact zijn met mijn lichaam betekent in contact zijn met mijn gevoelens en dat is te verwarrend en te pijnlijk.
Ik “leef” in mijn hoofd, want gedachten kan ik tenminste op een rijtje zetten en nog enigszins controleren. Emoties niet.
Een verwoede poging om de stroom van het leven onder controle te houden.
In plaats van in verbinding te staan met het leven, trek ik me terug in geobsedeerde gedachten over eten, braken en diëten. Ik houd me bezig met mijn bezetenheid geen lichaamsvet te willen hebben.
Deze gedachten houden me weg uit het heden en stellen me niet in staat op te nemen en te ontvangen van wat zich direct voor me bevindt om me werkelijk te voeden - zoals de glimlach van mijn eigen kind…
Ik ben blind voor de behoeften van mijn kinderen en blind voor de behoeften van mijzelf..
De honger blijft duren en de leegte groeit
Ik vul mijn maag, maar niet mijn hart en mijn geest..
De meest intieme manier van communiceren van het lichaam, heb ik geleerd te veronachtzamen en te wantrouwen – de taal van de emoties.
Totdat ik ontdek dat ik honger lijdt en dat het voedsel waar in werkelijk naar hunker, geen materieel voedsel is. Ik ontdek dat ik geen fysieke honger, maar emotionele honger heb..
Daar waar ik echt naar honger, is liefde. Waar ik naar hunker is aandacht en acceptatie. Waar ik naar verlang, is mijn creativiteit tot uitdrukking brengen. Wat ik hartstochtelijk begeer is het voelen van geestelijke verbinding.
Ik word me er van bewust, dat ik de taal van mijn emoties, vervang door de taal van de eetstoornis.
Met deze bewustwording komen langzaam de inzichten. Pijnlijke inzichten..
Ik begin in te zien in dat het niet de gevoelens zelf zijn die het volproppen en leeg kotsen, het dwangmatig eten, de verhongering, de obsessie voor voedsel en vet veroorzaken. Het zijn mijn pogingen de gevoelens niet te voelen.
In eerste instantie ben ik bang voor mijn gevoelens. Bang dat ik mijn pijn niet kan hanteren, dat het me zal verpletteren Ik voel de angst, dat als ik mezelf toesta mijn eenzaamheid te voelen, dat deze voor altijd zal gaan duren. Ook ben ik bang dat als ik mijn woede volledig ervaar, ik destructieve dingen zal gaan doen.
Dan komt het inzicht dat al deze angsten van gevoelens die ik steeds zo krampachtig probeer te ontwijken, oud zijn. Dat mijn obsessie voor voedsel een overlevingsmechanisme is, omdat ik bang ben voor wie ik werkelijk ben.
Ik heb geleefd in de oude realiteit en daardoor al die jaren mijn lichaam en daarmee mezelf afgewezen.
Mijn werkelijke behoeften heb ik ontkend. En angst is de onderliggende motor die de eetstoornis draaiende houdt.
Met dit inzicht, begint de zoektocht naar mijn wezenlijke zelf. Een reis naar binnen die tot op heden voort duurt..
Wat ik mag leren is de uniekheid van mijn zijn aanvaarden en datgene los laten wat ik volgens anderen zou moeten zijn.
Het enige wat ik dus kan doen is naar binnen gaan, om de verborgen plekken van mijn zijn te verkennen en te ontdekken waarom ik doe wat ik met voedsel doe en waarom ik me gedraag zoals ik me gedraag.
Soms ben ik bang dat ik vernietigd word door één of ander boosaardig aspect van mezelf, dat volgens mij diep in mij, onzichtbaar, verborgen ligt..
Tijdens mijn reis naar heelheid, ontmoet ik in de diepste, donkerste delen van mezelf, de pijn en het verdriet die ik al die jaren heb geprobeerd te ontkennen: de pijn van verlating en isolatie, van mezelf onwaardig vinden en onbeholpen voelen, van niet verwezenlijkte dromen en gemiste kansen, van emotioneel misbruik, de pijn van mijn onvermogen rondom mijn eigen kinderen..
Dit verworpen deel van mezelf is vervuld van verdriet.
Langzaam leer ik mijn pijn met mededogen voor mezelf toe te staan. Pijn, die voortkomt uit de diepe, duistere nissen van het verleden leer ik integreren in mijn volwassen bewustzijn van het nu.
En ik besef dat als ik de kracht tot (zelf)vernietiging bezit, ik ook over de kracht tot transformatie en vernieuwing beschik.
Ik ontdek steeds opnieuw wat voor lessen er geleerd kunnen worden en welke waarheden ik mag gaan verwerkelijken.
Het is het mogen en durven ontvangen van deze innerlijke wijsheid die me in staat stelt een heel nieuwe manier te vinden van omgang met voedsel, met anderen en met mezelf.
Uiteindelijk is het de empathie en het vermogen om mezelf, mijn gevoelens en mijn behoeften met begrip en acceptatie te verwelkomen, die me te hulp komt.
Het is het vermogen de pijn “in te gaan” dat me helpt die pijn rustig aan te beleven, zodat er genezing kan plaatsvinden.
Dankzij dit gevoel van empathie ben ik in staat het verband tussen mijn opvoeding en mijn gestoorde eetgedrag te onderscheiden, zonder mezelf of anderen verwijten over mijn toestand te maken en zonder mijn wonden te ontkennen.
Alleen dan wanneer ik het, kleine, zich zo lang onbegrepen gevoelde meisje in mij, aanhoor met compassie en begrip, kan ik de ware voeding krijgen die ik nodig heb in mijn eigen leven.
Leren naar mezelf te luisteren, mijn grenzen te herkennen en te respecteren en mijn behoeften te erkennen. Leren mezelf te geven, wat ik in het verleden zo lang heb moeten ontberen.
Door de duisternis te aanvaarden die voorafgaat aan vernieuwing, lukt het om van mijn gestoorde eetgedrag af te komen.
Ik hervind langzaam alle delen van mezelf die ik verloren of ontkend had en leer ze integreren in mijn volwassen bewustzijn.
Het is deze heelheid die me kracht geeft en die de belofte inhoudt van vernieuwing en verandering.
Mijn volgende taak is dan mijn weg naar buiten weer te vinden en dit nieuwe gevoel van mezelf te verweven met een nieuwe manier van zijn. Het lijkt alsof ik opnieuw moet leren lopen en praten, na lange tijd enkel de taal van de eetstoornis gesproken te hebben..
Dit gedeelte van de reis voelt dan ook als een pad met vele kronkelingen en haarspeldbochten. Soms heb ik het gevoel dat ik terugglijd, dat er dingen erger worden in plaats van beter.
Gevoelens van teleurstelling overspoelen me dan en ik erger me en schaam mezelf omdat ik niet zo snel “beter” word als dat ik had verwacht.
Ik denk vaak, ‘ik eet nu toch normaal en ik voel me zo vaak rot..’
Wat ik soms vergeet is dat juist de reden is dat mijn emoties soms vrij spel lijken te hebben. Mijn dwangmatige gedachten rondom eten, waren voor mij een controle op mijn emotionele wereld. En die controle laat ik nu steeds vaker los. Hierdoor voel ik me vaak erg kwetsbaar.
Toch.. ik zet door. Tijdens deze reis op weg naar mijn herstel krijg ik ondersteuning van een goede therapeut, steun die ik nodig heb om mijn gevoelens te aanvaarden, te aanvaarden en te uiten. Nu leer ik langzaam maar zeker, op een nieuwe manier te reageren op mijn gevoelens. Mijn dwangmatige vraatzucht en hang naar mager willen zijn, verdwijnt.
Tijdens dit onderdeel van mijn proces leer ik inzien dat anders leren reageren op emoties tijd en oefening nodig heeft.
Soms schrompel ik voort en probeer mijn weg te vinden. Meer dan ooit is dit een tijd voor vriendelijkheid en compassie met mezelf en vergeving naar mezelf..
Nu ik eenmaal de fundering heb gelegd door de oorzaken te begrijpen van mijn gestoorde eetgedrag en ik de vaardigheden aan het ontwikkelen ben die ik nodig heb om de spanningen die het leven kan brengen onder ogen te zien, ga ik op een nieuwe manier om met voedsel.
Doordat ik mezelf toesta, langzaam in mezelf te mogen groeien, heeft ook mijn lichaam de tijd om zich aan te passen.
Ik leer steeds vaker mijn gevoelens te herkennen, te aanvaarden en uit te drukken.
Mijn lichaam vertelt me wanneer en welke behoefte ik voel. Een taal die ik steeds beter leer verstaan.
En ik leer dat een belangrijk deel van de genezing van eetproblemen vraagt van me dat ik het oordelen over gevoelens los laat. Ik ontwikkel het inzicht dat er zijn geen juiste gevoelens of verkeerde gevoelens zijn. Gevoelens zijn er gewoon..
Wat ik merk is dat gevoelens problemen kunnen opleveren, als ik ze niet onderken of aanvaard. In plaats van ze door me heen te laten stromen, heb ik mijn gevoelens jarenlang vastgezet. Totdat mijn lichaam helemaal als versteend was..
Pas nu ik mezelf steeds meer toe kan staan me volledig in mijn gevoelens onder te dompelen, beleef ik iets wonderbaarlijks.. Gevoelens gaan ook weer als een energie golf voorbij. Ik laat ze door me heen stromen totdat ze verdwijnen.
Steeds vaker voel ik de vrijheid om verder te gaan, zonder dat ik gehinderd of door belast word door al die negatieve ‘hoofdstemmen’, die me zoveel jaren beheerst hebben.
Ik merk dat als ik mijn negatieve gedachten, met de daar uitvoortkomend negatieve gevoelens verwelkom en accepteer dat ze er zijn, dat ik ze daarna vrij eenvoudig los kan laten. Dit schept ruimte voor positieve gedachten en gevoelens.
Nu ik in staat ben steeds meer vrede te sluiten met mijn gedachten en gevoelens, ontdek ik we dat ze bondgenoten en gidsen kunnen zijn in mijn reis van het leven. Ze kunnen me naar een plek brengen van diep inzicht van wie ik werkelijk ben en wat ik echt wil. Met verbinden met leven, met mijn medemens.
Zo word ik me ervan bewust dat genezing van eetproblemen afhankelijk is van het scheppen van een vriendschappelijke band met mijn gedachten en gevoelens. Door met nieuwsgierigheid op ze te reageren en niet met veroordeling. En mijn lichaam is hierbij belangrijk gereedschap voor me.
Om verlost te worden van gestoord eetgedrag is het nodig inzicht krijgen in de verschillende gevoelens die ik ervaar en aandacht te schenken aan waar ik ze in mijn lichaam voel. Dit helpt het ene gevoel van het andere te onderscheiden.
Leren dat het gevoel van boosheid verschilt van het gevoel van frustratie, moeheid irritatie of verdriet.
Voor mij is het belangrijk om inzicht te krijgen in de verschillende lichamelijke ervaringen die de verschillende gevoelens kunnen geven.
Ik leer te ‘kijken’ naar mijn eigen gevoelens, zonder dat ik er door overspoelt raak.
En in dit hele proces van opnieuw leren voelen is het ook belangrijk dat mijn reactie overeenstemt met hoe ik me voel en dat ik niet op elke emotie met hetzelfde gedrag reageer. Me verdrietig voelen? Eten en braken! Me boos voelen? Eten en braken! Me eenzaam voelen? Eten en braken! Zelfs als ik me vrolijk voelde, of als ik wilde genieten, was het daarna eten en braken!
Ik leer nu het ene gevoel van het andere te onderscheiden.
Het is de erkenning dat gevoelens niet perse zin moeten hebben, ik hoef niet van mijn gevoelens te houden, ik mag ze eenvoudig leren aanvaarden.
Aanvaarding van al mijn gevoelens zonder oordeel. Dat is mijn doel. Als ik hierin transparant naar me zelf kan zijn, dan kan ik op de zelfde wijze transparant naar mijn medemens kijken. En van daaruit eerlijk en integer handelen.
Tijdens mijn reis leer ik ook assertief te zijn.
En als ik assertief ben, ben ik trouw aan mezelf. Voor mijn gevoel is dit een hele belangrijke vaardigheid, omdat het hét middel is waardoor ik de essentie van wie ik werkelijk ben tot uitdrukking kan brengen zonder daarbij destructief voor anderen te zijn.
Door assertief te zijn, ben ik liefdevol naar mezelf en naar anderen. Als ik assertief ben, ben ik ook trouw aan mijn gevoelens. Ik bevind me op de weg van het hart. Een weg die me voert naar mensen en plaatsen die voedend en vervullend zijn en me weg voert van hen die dat niet zijn.
Door ‘nee’ te leren zeggen tegen wat ik niet wil, leer ik mijn persoonlijke grenzen te bepalen.
Door mezelf toe te staan tegen anderen te zeggen: “mijn behoeften zijn anders, niet meer of minder belangrijk dan de jouwe”, maak ik duidelijk waar ik begin en eindig.
Dit maakt me dan weer zeker van mijn vermogen grenzen te stellen, waardoor ik me meer op mijn gemak voel met intimiteit.
Ik hoef niet meer bang te zijn mezelf kwijt te raken of door mijn relaties opgeslokt te worden.
Wat ik merk, is dat het openlijk en rechtstreeks tot uitdrukking brengen van mijn gedachten, mijn gevoelens van eigenwaarde en zelfvertrouwen versterkt.
Hiermee bevestig ik voor mezelf dat mijn gevoelens en gedachten ertoe doen. Dat ik, wie ik ben, ertoe doet.
Doordat mijn gevoel van zelfvertrouwen toe neemt, neemt mijn neiging tot over eten en diëten, af.
Mijn eigen waarheid uiten wordt een manier van leven voor me. Ik hoef geen leeg voedsel meer te gebruiken om de knagende angst af te schermen die ontstaat door tegen mijn gevoelens in te handelen, of het gat in mijn maag te vullen dat ik krijg door ‘ja’ te zeggen, als ik ‘nee’ had willen zeggen.
Want als ik in mijn eigen waarheid blijf, bepaal ik mijn eigen weg door het leven.
Het maakt me gelukkig dat ik geen suiker, koolhydraten en transvetten meer nodig heb om de spanning en ellende te verdoven.
En hiermee geef ik ook mijn lichaam de vrijheid het gewicht te zoeken dat bij me past.