Nonnen klooster Vitamine D

simone

New member
Hallo,

Vandaag mijn beste vriend op bezoek gehad en hij is arts en staat open voor Weston Price en zij eten thuis ook biologisch en en veel verzadigde vetten. Hij heeft ook de vertaling van Mike van Weston price gekocht.

Nu had hij zijn cholesterol gemeten en die was inderdaad omlaag gegaan terwijl hij veel verzadigde vetten eet en ook rauwe melk drinkt.

Nu hadden we het over vitamine d en levertraan.

Nu zijn er waar wij woont nonnen die veel binnen leven en dus weinig zonlicht krijgen maar toch een heel hoge vitamine d gehalte hebben en deze nonnen worden geregeld over de 100 jaar.

Interessant toch?

Ik denk dat zij een goede voorsprong hebben door goede voeding van vroeger uit met veel verzadigde vetten en weinig stress en ja ook omdat ze vanuit hun hart het geloof denk ik beoefenen.

Hoe zou je het anders kunnen verklaren?

 
Die Saskia vertelt dat die bacteriën de cellulose afbreken (opruimen, klinkt als vernietigen) en inderdaad Vit. C en D aan kunnen maken.

Dat strook niet met wat hier op het forum veelvuldig is te lezen dat we groene groente kapot moeten koken omdat wij als mens de cellulose niet kunnen verteren (afbreken). Dieren hebben er een speciale maag (of magen) voor en wij niet. Maar als je Saskia hoort zouden wij dat wel kunnen.

Dat er gezonde bacteriën in de darmen zitten ok, maar welke klusjes voeren ze nu precies voor ons uit? 8O

 
Hallo Haydarpasa,

Inderdaad een interessant bericht.

Deze vraag houdt me al wat langer bezig, omdat ikzelf werk voor en met zusters, nonnen, religieuzen, hoe je ze ook noemen wil.

Wij hebben dit zo verklaard; niet de vitamine D vraag, maar de leeftijd en de relatieve goede gezondheid.

Inderdaad hadden de meeste congregaties zelf koeien, varkens en kippen die natuurlijk buiten op hun eigen grond huisden. Ze hadden hun eigen groentetuin en bakten hun eigen brood enz.

Ze waren dus zo goed als zelfvoorzienend.

Ik weet uit verhalen dat ze smorgens vaak pap aten. Niet echt veel brood, eigen kaas en vlees, maar wel goed vlees en een vet randje werd niet afgesneden. Ook werd er redelijk minimaal gegeten, soberheid word dit genoemd. Ook nu, terwijl er veel is, wordt er door de meesten sober gegeten.

Er waren vaste structuren en er werd volgens die structuur ook veel gebeden of zoals een aantal nu zeggen gemediteerd.

En inderdaad onze zusters deden hun werk met kinderen, vanuit hun hele hart. Ook hun geloof zijn ze trouw.

En wat ook belangrijk is voor een leven met weinig stress, er wordt voor hun gezorgd.

Omdat er gehoorzaamheid gevraagd en beoefend werd, was er geen of weinig stress in uitingen naar hun meerderen.

Verder vinden onze zusters dat ze altijd bezig moeten zijn en dat doen ze dan ook, natuurlijk op hun eigen nivo en ze zijn pas oud boven de 90 en daar zijn er best nog wat van.

Een vraag voor Haydarpasa.

Bij het doorlezen van een aantal onderwerpen, zag ik in een van die onderwerpen, dat je mogelijk dicht bij mij in de buurt woont? Je noemde Neer (Limburg) als ik het goed heb.

 
Nee,

Ik woonde niet in Neer maar een dorpje bij Horst aan de Maas. Is ook in Noord-Limburg en redelijk in de buurt van Neer maar nu ben ik verhuisd en niet meer in de buurt van Horst.

 
Dit citaat uit het boek Eet vet, word slank van Barry Groves kan Saskia van As in haar zak steken:

Quote:
Herbivoren

Het belangrijkste verschil in de spijsvertering van herbivoren en carnivoren zit hem in het vermogen van herbivoren om plantenvezels en andere koolhydraten om te zetten naar korte-keten vetzuren en deze vetzuren op te nemen, iets wat vleesetende dieren en mensen niet kunnen.

De herbivoren doen dit op één van twee manieren. Het zijn ofwel ‘achterdarmverteerders’, ofwel ‘voordarmverteerders’.

In beide gevallen worden plantenvezels altijd verteerd door bacteriële fermentatie (vergisting).

Achterdarmverteerders

Evenals de meeste primaten verteert een gorilla voedsel via zijn achterdarm.

Andere dieren die tot deze categorie behoren, zijn paarden, varkens en konijnen.

Achterdarmverteerders beschikken over een spijsverteringskanaal met een soortgelijke basisstructuur als dat van mensen en van alle carnivoren.

Het verschil zit hem in de relatieve omvang en functies van de verschillende onderdelen.

Terwijl een mens of een carnivoor een zeer kleine blindedarm en dikke darm heeft, zijn de blindedarm en dikke darm van een achterdarmverterende herbivoor vele malen groter.

De vertering en opname van eiwitten, koolhydraten en vetten verloopt bij achterdarmverterende dieren op dezelfde wijze als bij mensen, via de maag en de dunne darm.

De onverteerde vezels in de voeding gaan vervolgens naar de blindedarm en dikke darm, waar deze, samen met andere onverteerde koolhydraten, worden vergist om KKVZ te produceren, die daarna worden opgenomen.

Voordarmverteerders (herkauwers)

Dieren die voedsel verteren via hun voordarm zijn herkauwende dieren.

Herkauwers zijn geëvolueerd om te leven op ruwe vezels – grassoorten en struikgewassen die hoofdzakelijk uit cellulose bestaan.

Tot de herkauwers behoren grote, grazende zoogdieren als rundvee, geiten, schapen, herten en antilopen. De herkauwer onder de primaten is de franjeaap.

Het voornaamste vergistingsorgaan van herkauwers is hun maag, of liever gezegd: magen, aangezien er vier afzonderlijke afdelingen zijn die, gezamenlijk, bijna drievierde van de omvang van de buikholte innemen.

Deze meervoudige maag maakt eveneens gebruik van bacteriën.

Als eerste schakel in de verteringsketen vergist de maag niet alleen vezels om er KKVZ van te maken, maar ook andere koolhydraten.

Hierdoor wordt het aantal koolhydraten dat omgezet wordt naar en opgenomen als glucose verlaagd, maar het aantal KKVZ uit een bepaalde hoeveelheid plantaardig voedsel wordt verhoogd, zodanig dat:

“Vluchtige vetzuren worden in grote hoeveelheden geproduceerd door middel van voormaagfermentatie. Deze zijn van het allergrootste belang, in de zin dat zij ruim 70% van de energie verschaffen voor een herkauwer.”

Zo bezien, bevat de voeding van herkauwers zelfs nog meer vetten en nagenoeg geen koolhydraten.

Herkauwers voldoen aan hun eiwitbehoefte door middel van de vertering via gistbacteriën, die de eiwitten in grassoorten hebben gebruikt om zich te vermenigvuldigen.

Hierdoor bestaat hun voedingspatroon effectief uit 20%-30% eiwitten en 70%-80% vet. En dit vet is 100% verzadigd.

Alle herbivoren maken gebruik van deze methode of een soortgelijke methode om energie te ontlenen aan voedselbronnen die op het eerste oog behoorlijk arm zijn aan energie.

Het mag dan ook duidelijk zijn dat de stofwisseling van alle herbivoren zich heeft aangepast aan de opname van KKVZ als voornaamste energiebron, in plaats van glucose, en dat ze ontworpen en geëvolueerd zijn om te bestaan van voeding die een hoog gehalte aan vetten, een gemiddeld gehalte aan eiwitten en een laag gehalte aan koolhydraten heeft.

Carnivoren

Carnivoren, zoals leeuwen, tijgers, honden, katten, wolven en hyena’s, zijn zeer slecht in staat om vezels te gebruiken als energiebron, op dezelfde manier als herbivoren dat doen.

Maar dat maakt niet uit, omdat carnivoren zijn geëvolueerd om herbivoren op te eten.

Uit observaties blijkt dat vleesetende dieren bij voorkeur kiezen voor de vetste delen van hun prooi.

En dus zijn carnivoren eveneens geëvolueerd om voeding te eten met soortgelijke verhoudingen als de voeding van herkauwers – 20%-30% eiwitten, 70%-80% vet en geen koolhydraten.

Mensen

Welke plaats nemen mensen dan in dit verhaal in?

Allereerst moet je begrijpen dat we, als het om voeding gaat, evengoed een dier zijn en dat er geen enkele reden is om te veronderstellen dat wij ‘beschaafde’ mensen anders zouden moeten eten.

Dit wordt gestaafd door eeuwenlange observaties van antropologen en medische missionarissen, die allemaal constateerden dat alle ‘primitieve’ menselijke culturen net zo goed de voorkeur gaven aan vetrijke voeding, wanneer zij deze konden bemachtigen.

De calorische samenstelling van deze voeding is niet veel anders dan die van de gorilla: 0%-15% koolhydraten, 20%-25% eiwitten, 60%-80% vet.

Samenvatting tot nu toe

Telkens als we kijken naar de verscheidene natuurlijke eetpatronen van alle zoogdieren, zien we een soortgelijk patroon: alle voedingspatronen zijn rijk aan vet en het merendeel van dit vet is verzadigd, aangezien alle korte-keten vetzuren, geproduceerd door gistbacteriën, 100% verzadigd zijn. En dan zijn er nog de kant-en-klare verzadigde vetten in vlees.

Alle natuurlijke eetpatronen van zoogdieren bevatten ook bijzonder weinig koolhydraten, in het geval van herbivoren, en vrijwel geen koolhydraten, in het geval van carnivoren.

Het enige wat wij dan ook moeten doen, is erachter komen of we onze vetten moeten verkrijgen op basis van een herbivoor (veganistisch) voedingspatroon of een carnivoor voedingspatroon.

En dit is niet moeilijk te achterhalen.

Vergelijking tussen een mens en een gorilla

In de onderstaande afbeelding kun je zien dat de omvang van de buikstreek van een mens duidelijk afwijkt van die van een gorilla.

Het darmstelsel van een gorilla is echter niet alleen veel groter dan dat van een mens, de verschillende onderdelen hebben eveneens compleet verschillende afmetingen:

Gorilla

- Blindedarm en dikke darm zijn belangrijke organen voor het ontlenen van voedingsstoffen aan voedsel

- Dunne darm ~ 25% van de totale inhoud

- Blindedarm en dikke darm ~ 53% van de totale inhoud

Mens

- Dunne darm is een belangrijk orgaan voor het ontlenen van voedingsstoffen aan voedsel

- Dunne darm ~ 50% van de totale inhoud

- Blindedarm en dikke darm ~ 20% van de totale inhoud

Dit verschil is uiterst belangrijk. Wij hebben geen blindedarm van betekenis en, hoewel we wel beschikken over gistbacteriën in onze dikke darm, worden hun producten uiterst slecht opgenomen door het lichaam, als dat al gebeurt.

Dit plaatst ons overduidelijk in de categorie van carnivoren.

Aanvullend bewijs

Het feit dat ons darmstelsel behoort tot de categorie van carnivoren, wordt fel tegengesproken door veganisten, die volhouden dat we ons veel beter hebben aangepast om planten te eten.

Tijd om niet alleen naar onze fysiologie te kijken, maar ook naar onze evolutionaire geschiedenis.

- Het eerste bewijs is gelegen in de vindplaatsen van fossielen in Afrika, algemeen beschouwd als onze geboortegrond.

Hier worden naast menselijke overblijfselen ook beestenbotten gevonden – soms wel vele duizenden.

Als deze mensen geen vleeseters waren, wat doen al die botten daar dan?

- Ook beschikken we over versteende menselijke uitwerpen, coprolieten genoemd.

Er zijn menselijke coprolieten gevonden, die vissengraten en vissenkoppen, kleine botjes van dieren en de veren van vogels bevatten, maar geen plantaardige vezels of zaden.18

Dit is belangrijk bewijs. Veel planten vermeerderen zich door middel van zaden, die ontworpen zijn om te worden gegeten, onverteerd door het lichaam te gaan, om er daarna elders via de ontlasting uit te komen en wortel te schieten in een voedingsrijke mesthoop.

Het feit dat er geen zaden werden aangetroffen in coprolieten van de vroege mens geeft aan dat onze voorouders deze niet aten.

- Daarnaast zijn er talloze voorbeelden van grottekeningen in Afrika, Europa, Azië en Noord-Amerika met afbeeldingen van prooidieren en jagers.

Hieruit kunnen wij afleiden dat dieren belangrijk waren voor deze mensen en bejaagd werden. Soortgelijke afbeeldingen van fruit, fruitbomen of van andere planten bestaan niet.

- We moeten het klimaat van de afgelopen tweeëneenhalf miljoen jaar in overweging nemen, met opeenvolgende ijstijden.

Het is gedurende deze periode dat de vroege mens evolueerde naar de moderne mens.

Met lange en koude winters en korte en koele zomers was er sprake van bijzonder weinig plantaardig voedsel dat we in het merendeel van het jaar tot onze beschikking hadden. Als wij geen dieren aten, stierven wij de hongerdood.


Mike

 
Mike, ik zal dit boek eens gaan lezen en ook even 'verdiepen'(niet te diep..) in het verhaal van Saskia om me een beter beeld te vormen. Vraag me af of zij het verhaal van Barry G. kent en wat haar visie daarop is.

Wat ik me wel afvraag is het volgende:

Enerzijds stellen op dit forum dat we over een miljoen jaar moeten kijken om te zien wat evolutionair bezien ons voedingspatroon is, waar we qua voeding als mens dus vandaan komen.

Anderzijds lees ik ook dat we in 4 a 5 generaties tijd sterk gedegenereerd zijn.

Mijn ouders leven lang(er) omdat ze een goede (betere) start hebben gehad omdat toen alles biologisch was en nog weinig bewerkt. Dat is slechts 80-100 jaar geleden.

Granen zijn er al zo'n 10.000 jaar. Als we kunnen degenereren in enkele generaties, kunnen we dan niet in 10.000 jaar ons hebben aangepast aan bijvoord eten van graan?

Of in 100 jaar ons beter hebben aangepast in het eten (verwerken) van rauw voedsel?

Of zie ik iets over het hoofd?

Doen we er trouwens even zoveel generaties over om weer te regenereren? Ik vermoed dat het zelfherstellend en aanpassend vermogen van de mens zo groot is, dat dat sneller kan.

 
We kunnen inderdaad razendsnel degenereren, omdat het lichaam essentiele voedingsstoffen tekortkomt. Als granen ons deze zouden bieden, zou er niets aan de hand zijn, want de voedingsbron doet er niet toe, als het er allemaal maar in zit. Uit de skeletten en schedels van graaneters blijkt echter overduidelijk dat het 10.000 jaar geleden al meteen fout ging, dus granen beroven ons van essentiele voedingsstoffen, met name mineralen en spoorelementen.

Granenetende culturen hebben zich de afgelopen 10.000 jaar geleidelijk proberen aan te passen, maar dit is nooit helemaal gelukt. Rauwe melk is in bepaalde delen van de wereld wel een succesvol neolitisch voedingsmiddel gebleken. Aziaten in het Himalayagebeid hebben er geen problemen mee, maar in lager gelegen delen van Azie is het minder succesvol gebleken.

Zo zijn er ook bepaalde Afrikaanse volkeren die probleemloos rauwe melk konden drinken, zoals de Masai, maar ook weer andere Afrikanen die het niet kunnen verteren. Er is dus inderdaad wel degelijk iets aan de hand voor wat betreft de mate waarin een bepaalde cultuur de afgelopen 10.000 jaar is blootgesteld aan een bepaald neolitisch voedingsmiddel.

Natuurvolkeren zoals de Noord-Amerikaanse Indianen, de Maori en de Aboriginals hebben vanwege hun langdurige prmitieve eet- en leefstijl een veel grotere schok te verduren gekregen, waardoor alcohol en suiker vrijwel meteen leidt tot alcoholisme en diabetes en onvruchtbaarheid, dus het uitsterven van hun ras! Zolang we miljoenen jaren aan al onze voedingsstoffen konden komen, was er niets aan de hand.

De moderne westerse mens heeft de unieke ervaring van een complete overdaad aan voedsel, waar niks of veel te weinig in zit. Gevolg: overgewicht door ondervoeding. En natuurlijk een explosie van degeneratieve ziektes als kanker, diabetes en hart- en vaatziekten in hooguit 60 jaar tijd in ons kikkerlandje. Dit is een drastisch verandere omgevingsfactor en heeft weinig met genen te maken!

Zo zie je maar weer hoe kwetsbaar we allemaal zijn, als sta je nog zo dicht bij de bron. Niemand is immuun, het lichaam heeft nu eenmaal zijn voedingsstoffen nodig. Nogmaals, de bron is niet belangrijk, als je van alles maar meer dan genoeg binnen krijgt.

Mike

 
Helder!

Quote:
als je van alles maar meer dan genoeg binnen krijgt.


Ik blijf het alleen voor mezelf lastig te bepalen of mijn lichaam wel genoeg opneemt tov wat het binnenkrijgt.

Ik ben al aardig terug in granen (hooguit dagelijks wat boekwijt en quinoa) en aardig omhoog in dierlijke vetten en eiwitten. Suikers consumeer ik niet, behalve wat via die granen of gekiemed spetbrood binnenkomt. Maar ik heb sinds een paar weken koude handen en die had ik nooit. Heb de balans wat dat betreft nog niet gevonden.

 
De koolhydraten hebben bij jou altijd het kacheltje gestookt, dus ik adviseer je niet te drastisch je kh-inname te verlagen. Je lichaam is duidelijk nog niet klaar voor de vetverbranding.

Mike

 

Forum statistieken

Onderwerpen
4.500
Berichten
519.515
Leden
8.647
Nieuwste lid
Syllie
Word vaste donateur van dit forum
Terug
Bovenaan