Een verhoogd eiwit gehalte in het bloed kan worden veroorzaakt door iets eenvoudigs als lichte uitdroging, waardoor de eiwitconcentratie in de bloedbaan verhoogt wordt. Een verhoogd eiwit gehalte in het bloed kan ook een waarschuwing zijn van een chronische ontsteking of infectie, in het bijzonder van de lever.
Een verhoogd eiwit gehalte in het bloed kan ook onverwachts worden ontdekt als een totale eiwitten test opgenomen wordt in een groep van routine lab testen tijdens een gezondheids check-up.
Mogelijke oorzaken van de hoge eiwit in het bloed zijn:
Een beenmerg aandoening
amyloïdose
Uitdroging (kan ervoor zorgen dat een verhoogd eiwit gehalte vals verhoogd lijkt)
HIV / AIDS
Monoklonale gammopathie van onbepaalde betekenis
Multipel myeloom
Chronische infecties en auto-immuunaandoeningen met Hypergammaglobulinemie
Een eiwitrijk dieet veroorzaakt geen hoge bloedeiwit.
Verder:
Het totaal eiwit ligt bij gezonde personen tussen 60 - 80 gram per liter (g/l) in serum en tussen 63 - 83 g/l in plasma.
Verhoogd:
Een licht verhoogde waarde voor totaal eiwit zou kunnen wijzen op uitdroging. Een andere oorzaak is een te grote aanmaak van één of meerdere soorten immunoglobulinen. Bij een sterke verhoging (hoger dan 90 g/l) moet nader onderzoek uitwijzen wat de oorzaak is. Vaak zal in eerste instantie de hoeveelheid van afzonderlijke eiwitten worden gemeten (albumine, IgG, IgM en IgA). Bij een hoge concentratie immunoglobulinen (Ig's) zal de dokter vaak een M-proteïne-onderzoek aanvragen om na te gaan om welke immunoglobulinen het gaat. Een hoge concentratie immunoglobulinen kan het gevolg zijn van leverziekten (cirrose) en de ziekte van Kahler (plasmacelwoekering). Als de bloedwaarde eiwit laag is kan dit duiden op disfunctioneren van de lever, nieren of darmen.
De fysiologische basis van de eiwitten in bloed en urine:
Eiwitten in het bloed (serumeiwitten)
De eiwitten in het bloed omvatten het albumine en de globulinen
De functies van de serumeiwitten zijn:
* osmotische druk
* behoud zuur-base evenwicht
* transport van talrijke substanties en geneesmiddelen
* inflammatoire respons
* immunologische afweer en de vorming van antistoffen
* regulatie hemsotase en fibrinolyse