Er was eens een stadje genaamd Allopath. Het telde veel mensen, straten en auto’s, maar vanwege budgettaire beperkingen was er geen enkel stopbord of verkeerslicht te bekennen in Allopath.
Het zal je niet verbazen dat verkeersongelukken aan de orde van de dag waren. Op bijna elke kruising botsten auto’s tegen elkaar. Maar de zaken gingen goed voor de autogarages en plaatselijke ziekenhuizen, die de economie van Allopath vormden.
Naarmate de bevolking van Allopath groeide, nam ook het aantal verkeersongelukken alarmerend snel toe. Uit pure wanhoop werd door de gemeenteraad de hulp ingeroepen van Dokter West, een dokter van het Departement van Rijtuigen (Dr.), om een oplossing te vinden.
Dagenlang bestudeerde Dr. West verkeersongelukken. Hij had een compleet assortiment aan technisch gereedschap meegebracht – microscopen, apparatuur voor het maken van chemische analyses, laboratoriumspullen – en zette deze allemaal in als onderdeel van zijn onderzoek. De inwoners van Allopath keken nieuwsgierig toe hoe Dr. West zich van zijn taak vervulde, waarbij hij nauwkeurig alle verkeersongelukken vastlegde en analyseerde. Men keek reikhalzend uit naar zijn eindrapport.
Na weken van onderzoek riep Dr. West de mensen in Allopath bijeen voor de officiële presentatie van zijn rapport. Daar sprak hij in het nabijzijn van de gemeenteraard en de meeste inwoners van Allopath zijn bevindingen uit: “Verkeersongelukken worden veroorzaakt door remsporen.”
Dr. West legde uit dat hij een correlatie van bijna 100% had geconstateerd en gedocumenteerd tussen verkeersongelukken en remsporen. “Overal waar auto’s botsen,” verklaarde hij, “vinden we ook deze remsporen.”
Het stadje had “Remspoor Ziekte”, zo verklaarde de dokter. Het antwoord op de epidemie van verkeersongelukken die het stadje had getroffen, vergde “niets meer dan het behandelen van Remspoor Ziekte door de straten remspoorvrij te maken,” riep Dr. West uit, wat werd beantwoord met een donderend applaus van de stadsbewoners.
De stad betaalde Dr. West zijn consulttarief en vroeg de aardige dokter om een behandelingsmethode van deze Remspoor Ziekte. Het toeval wilde dat Dr. West recentelijk een bezoek had gebracht aan Hawaï, gefinancierd door een chemisch bedrijf dat viaceutica vervaardigde, speciale chemicaliën die gebruikt werden om wegen te behandelen voor soortgelijke situaties als deze. Hij beviel de gemeenteraad een specifieke chemische afdeklaag aan: teflon.
“We kunnen deze Remspoor Ziekte behandelen door de wegen met teflon te bedekken,“ verklaarde Dr. West. “De straten zullen dan remspoorvrij zijn en alle verkeersongelukken zullen ophouden!” Hij beschreef verder de eigenschappen van teflon en hoe de nagenoeg frictieloze afdeklaag vrijwel alle remsporen zou afwenden.
De gemeenteraad was het hartgrondig met Dr. West eens en zij vaardigde stadsobligaties uit om het geld bijeen te krijgen om voldoende teflon te kunnen kopen, zodat alle straten in de stad bedekt konden worden. Binnen enkele weken waren de straten volledig bedekt en alle remsporen waren verdwenen.
De gemeenteraad betaalde Dr. West opnieuw voor een consult en bedankte hem voor zijn expertise. Het probleem van verkeersongelukken was opgelost, dachten ze. Hoewel het geneesmiddel duur was, waren ze ervan overtuigd dat het het geld waard was.
Maar het ging niet goed in Allopath. Het aantal verkeersongelukken verviervoudigde. De ziekenhuisbedden liepen over van gewonde inwoners. Autoreparatiebedrijven deden zulke goede zaken dat de meeste gemeenteraadsleden besloten om hun eigen garagebedrijven te openen of te investeren in bestaande bedrijven.
Week na week raakten alsmaar meer inwoners van Allopath gewond en hun auto’s werden herhaaldelijk gerepareerd. Geld vloeide in de zakken van reparatiebedrijven, ziekenhuizen, sleepbedrijven en handelaars in auto-onderdelen.
De economisch adviseur van de stad was de scherpe stiijging in economische activiteit niet ontgaan en hij verkondigde dat Allopath het geweldig deed. De economie was sterker dan ooit en Allopath kon uitzien naar een fantastisch jaar van economische welvaart!
Er waren banen te vervullen bij de garages. In het ziekenhuis waren meer verpleegkundigen nodig. Bordjes met “Medewerkers gezocht” waren in de hele stad te zien bij de EHBO-afdeling, de wegsleepbedrjven en de autoruitbedrijven. Het werkeloosheidscijfer daalde naar bijna nul.
Maar de verkeersongelukken bleven stijgen. Terwijl er geen remsporen waren.
De gemeenteraad was verbijsterd. Ze dachten het probleem opgelost te hebben. Remspoor Ziekte was weggevaagd door de teflonbehandeling. Waarom dan waren er nog steeds verkeersongelukken?
Ze belegden een algemene vergadering om het probleem te bespreken en na een korte discussie van het probleem sprak een oude kluizenaar, die in het bos net buiten Allopath leefde, de stadsbewoners aan. “Er bestaat helemaal niet zoiets als Remspoor Ziekte,” legde hij uit. “Deze ziekte is verzonnen door een viaceutische firma om jullie teflonlagen te verkopen.”
De stadsbewoners luisterden verschrikt naar deze bewering. Ze wisten dat Remspoor Ziekte bestond. De dokter had het ze zelf verteld. Hoe durfde deze kluizenaar, die geen graad had behaald bij het Departement van Rijtuigen (Dr.), het tegendeel te beweren? Hoe kon hij de collectieve stadswijsheid op deze manier in twijfel trekken?
“Dit is een simpel probleem,” vervolgde de kluizenaar. “Het enige wat we moeten doen is stopborden en verkeerslichten maken. Dan houden de verkeersongelukken op.”
Onmiddellijk merkte één raadslid op: “Maar hoe krijgen we het geld bij elkaar voor stopborden? We hebben al ons geld besteed aan teflonbehandelingen!”
De stadsbewoners waren het hier mee eens. Ze hadden geen geld om stopborden te kopen.
Weer een ander raadslid voegde toe: “En hoe kunnen we trouwens stoppen? De straten zijn allemaal bedekt met teflon. Als we stopborden maken, verspillen we al het geld dat we aan teflon hebben besteed!”
Ook hier stemden de stadsbewoners mee in. Wat was het nut van stopborden als ze toch niet konden stoppen met hun auto’s?
De kluizenaar antwoordde: “Maar de stopborden verwijderen de noodzaak voor teflon. De mensen kunnen dan weer stoppen en de ongelukken zullen ophouden. De oplossing is eenvoudig.”
Maar wat zou er gebeuren als de stopborden daadwerkelijk zouden helpen, vroegen de stadsbewoners zich af. Wat voor een effect zou dit hebben op de bloeiende economie van Allopath? Een potige oude man, die eigenaar was van een lokale garage, besefte de gevolgen en sprong op en zei: “Als we deze stopborden maken en de verkeersongelukken dalen, dan zal ik de meeste van mijn arbeiders moeten ontslaan!”
Het was op dat moment dat de meeste stadsbewoners beseften dat hun eigen banen op het spel stonden. Als stopborden gebouwd zouden worden, zou bijna iedereen werkeloos worden. Allen hadden ze banen in ambulancediensten, garages, ziekenhuizen en teflononderhoud. Sommigen waren nu vertegenwoordigers van het viaceutische bedrijf. Weer anderen waren importeurs van autoruiten, banden, staal en andere auto-onderdelen. Een paar slimmeriken maakte hun fortuin met de verkoop van rolstoelen en krukken voor de slachtoffers van ongelukken.
Eén ondernemende jongeman was een wetenschappelijk blad begonnen dat onderzoek publiceerde waarin alle verschillende vormen van Remspoor Ziekte werden beschreven die waren aangetroffen en vastgelegd. Een andere persoon, een fitnessfreak, organiseerde een jaarlijkse rentocht om fondsen te werven om Remspoor Ziekte te helpen genezen. Het was een populair evenement en alle stadsbewoners namen hieraan deel en deden hun uiterste best: joggend, lopend, of slechts zichzelf voortduwend in hun rolstoelen.
Bijna iedereen in Allopath was op de een of andere manier economisch verbonden aan Remspoor Ziekte.
Uit angst om deze economische voorspoed te verliezen, stemden de stadsbewoners in met het oprichten van een nieuw openbaar veiligheidsagentschap: de Veelvoudige Wielrijders Autoriteit (VWA). Deze VWA zou verantwoordelijk zijn het verbeteren of verwerpen van alle bewegwijzering, technologie en chemische afdeklagen met betrekking tot de wegen van de stad.
De bestuursleden van de VWA werden gekozen uit de meest vooraanstaande zakenlieden van de gemeenschap: de eigenaar van de autowinkel, de eigenaar van het ambulancebedrijf en natuurlijk Dr. West.
Kort na haar oprichting kondigde de VWA aan dat het bestaan van Remspoor Ziekte daadwerkelijk bestond, aangezien het zorgvuldig was gedocumenteerd door een dokter en recentelijk gepubliceerd in het plaatselijke Remspoor Journaal. Aangezien er geen enkele studie was die aantoonde dat stopborden effectief waren in het terugbrengen van het aantal verkeersongelukken, kondigde de VWA aan dat stopborden verboden zouden worden en dat elke persoon die probeerde stopborden te verkopen aangeklaagd zou worden voor fraude en opgesloten in de stadsgevangenis.
Dit verheugde de bewoners van Allopath. Met de VWA wisten ze zich verzekerd van hun banen. Ze konden hun leven van economische voorspoed blijven leiden met de zekerheid van werk, in de wetenschap dat de VWA elke poging zou verbieden die hun bestaan in gevaar zou brengen. Ze kenden nog steeds veel verkeersongelukken, maar ze waren tenminste verzekerd van werk.
En zo vervolgde het leven zich in Allopath. Althans, voor een tijdje. Naarmate verkeersongelukken in een vernietigend tempo aanhielden, raakten meer en meer inwoners gewond of zelfs gedood.Velen van hen raakten als gevolg van hun verwondingen bedlegerig en arbeidsongeschikt.
Gedurende de jaren slonk de bevolking. Uiteindelijk verwerd het ooit bloeiende stadje Allopath tot weinig meer dan een spookstad. Het ziekenhuis sloot zijn deuren, de VWA werd opgeheven en het Remspoor Journaal werd niet meer uitgegeven.
De weinige inwoners die overbleven beseften uiteindelijk dat werkelijk niets goeds was gekomen van Remspoor Ziekte, de teflonlagen en de VWA. Niemand was er beter op geworden, aangezien al het geld van de stad opgemaakt was aan de ziekte: de teflonlagen, auto-onderdelen en ambulancediensten. Niemand was er gezonder van geworden, of gelukkiger, of langlevender. De meesten hadden zelfs hun hele familie verloren aan Remspoor Ziekte.
En de kluizenaar? Die bleef net buiten de stad leven, aan het eind van een kronkelende landweg, waar hij een simpel leven leidde met geen auto’s, geen wegen, geen teflonlagen en geen VWA.
Hij overleefde alle inwoners van Allopath. Hij tuinierde, ondernam lange wandelingen door het bos en verzamelde wortelen, bladeren en bessen om zichzelf te voeden. In zijn vrije tijd maakte hij stopborden, wachtend op de volgende bevolking, in de hoop dat zij mochten luisteren naar een oude kluizenaar met een gek idee:
…voorkomen is genezen en symptoombehandeling niet.
Geschreven in het Engels in 2005 door Mike Adams (www.naturalnews.com).
Nederlandse vertaling: Mike Donkers
Het zal je niet verbazen dat verkeersongelukken aan de orde van de dag waren. Op bijna elke kruising botsten auto’s tegen elkaar. Maar de zaken gingen goed voor de autogarages en plaatselijke ziekenhuizen, die de economie van Allopath vormden.
Naarmate de bevolking van Allopath groeide, nam ook het aantal verkeersongelukken alarmerend snel toe. Uit pure wanhoop werd door de gemeenteraad de hulp ingeroepen van Dokter West, een dokter van het Departement van Rijtuigen (Dr.), om een oplossing te vinden.
Dagenlang bestudeerde Dr. West verkeersongelukken. Hij had een compleet assortiment aan technisch gereedschap meegebracht – microscopen, apparatuur voor het maken van chemische analyses, laboratoriumspullen – en zette deze allemaal in als onderdeel van zijn onderzoek. De inwoners van Allopath keken nieuwsgierig toe hoe Dr. West zich van zijn taak vervulde, waarbij hij nauwkeurig alle verkeersongelukken vastlegde en analyseerde. Men keek reikhalzend uit naar zijn eindrapport.
Na weken van onderzoek riep Dr. West de mensen in Allopath bijeen voor de officiële presentatie van zijn rapport. Daar sprak hij in het nabijzijn van de gemeenteraard en de meeste inwoners van Allopath zijn bevindingen uit: “Verkeersongelukken worden veroorzaakt door remsporen.”
Dr. West legde uit dat hij een correlatie van bijna 100% had geconstateerd en gedocumenteerd tussen verkeersongelukken en remsporen. “Overal waar auto’s botsen,” verklaarde hij, “vinden we ook deze remsporen.”
Het stadje had “Remspoor Ziekte”, zo verklaarde de dokter. Het antwoord op de epidemie van verkeersongelukken die het stadje had getroffen, vergde “niets meer dan het behandelen van Remspoor Ziekte door de straten remspoorvrij te maken,” riep Dr. West uit, wat werd beantwoord met een donderend applaus van de stadsbewoners.
De stad betaalde Dr. West zijn consulttarief en vroeg de aardige dokter om een behandelingsmethode van deze Remspoor Ziekte. Het toeval wilde dat Dr. West recentelijk een bezoek had gebracht aan Hawaï, gefinancierd door een chemisch bedrijf dat viaceutica vervaardigde, speciale chemicaliën die gebruikt werden om wegen te behandelen voor soortgelijke situaties als deze. Hij beviel de gemeenteraad een specifieke chemische afdeklaag aan: teflon.
“We kunnen deze Remspoor Ziekte behandelen door de wegen met teflon te bedekken,“ verklaarde Dr. West. “De straten zullen dan remspoorvrij zijn en alle verkeersongelukken zullen ophouden!” Hij beschreef verder de eigenschappen van teflon en hoe de nagenoeg frictieloze afdeklaag vrijwel alle remsporen zou afwenden.
De gemeenteraad was het hartgrondig met Dr. West eens en zij vaardigde stadsobligaties uit om het geld bijeen te krijgen om voldoende teflon te kunnen kopen, zodat alle straten in de stad bedekt konden worden. Binnen enkele weken waren de straten volledig bedekt en alle remsporen waren verdwenen.
De gemeenteraad betaalde Dr. West opnieuw voor een consult en bedankte hem voor zijn expertise. Het probleem van verkeersongelukken was opgelost, dachten ze. Hoewel het geneesmiddel duur was, waren ze ervan overtuigd dat het het geld waard was.
Maar het ging niet goed in Allopath. Het aantal verkeersongelukken verviervoudigde. De ziekenhuisbedden liepen over van gewonde inwoners. Autoreparatiebedrijven deden zulke goede zaken dat de meeste gemeenteraadsleden besloten om hun eigen garagebedrijven te openen of te investeren in bestaande bedrijven.
Week na week raakten alsmaar meer inwoners van Allopath gewond en hun auto’s werden herhaaldelijk gerepareerd. Geld vloeide in de zakken van reparatiebedrijven, ziekenhuizen, sleepbedrijven en handelaars in auto-onderdelen.
De economisch adviseur van de stad was de scherpe stiijging in economische activiteit niet ontgaan en hij verkondigde dat Allopath het geweldig deed. De economie was sterker dan ooit en Allopath kon uitzien naar een fantastisch jaar van economische welvaart!
Er waren banen te vervullen bij de garages. In het ziekenhuis waren meer verpleegkundigen nodig. Bordjes met “Medewerkers gezocht” waren in de hele stad te zien bij de EHBO-afdeling, de wegsleepbedrjven en de autoruitbedrijven. Het werkeloosheidscijfer daalde naar bijna nul.
Maar de verkeersongelukken bleven stijgen. Terwijl er geen remsporen waren.
De gemeenteraad was verbijsterd. Ze dachten het probleem opgelost te hebben. Remspoor Ziekte was weggevaagd door de teflonbehandeling. Waarom dan waren er nog steeds verkeersongelukken?
Ze belegden een algemene vergadering om het probleem te bespreken en na een korte discussie van het probleem sprak een oude kluizenaar, die in het bos net buiten Allopath leefde, de stadsbewoners aan. “Er bestaat helemaal niet zoiets als Remspoor Ziekte,” legde hij uit. “Deze ziekte is verzonnen door een viaceutische firma om jullie teflonlagen te verkopen.”
De stadsbewoners luisterden verschrikt naar deze bewering. Ze wisten dat Remspoor Ziekte bestond. De dokter had het ze zelf verteld. Hoe durfde deze kluizenaar, die geen graad had behaald bij het Departement van Rijtuigen (Dr.), het tegendeel te beweren? Hoe kon hij de collectieve stadswijsheid op deze manier in twijfel trekken?
“Dit is een simpel probleem,” vervolgde de kluizenaar. “Het enige wat we moeten doen is stopborden en verkeerslichten maken. Dan houden de verkeersongelukken op.”
Onmiddellijk merkte één raadslid op: “Maar hoe krijgen we het geld bij elkaar voor stopborden? We hebben al ons geld besteed aan teflonbehandelingen!”
De stadsbewoners waren het hier mee eens. Ze hadden geen geld om stopborden te kopen.
Weer een ander raadslid voegde toe: “En hoe kunnen we trouwens stoppen? De straten zijn allemaal bedekt met teflon. Als we stopborden maken, verspillen we al het geld dat we aan teflon hebben besteed!”
Ook hier stemden de stadsbewoners mee in. Wat was het nut van stopborden als ze toch niet konden stoppen met hun auto’s?
De kluizenaar antwoordde: “Maar de stopborden verwijderen de noodzaak voor teflon. De mensen kunnen dan weer stoppen en de ongelukken zullen ophouden. De oplossing is eenvoudig.”
Maar wat zou er gebeuren als de stopborden daadwerkelijk zouden helpen, vroegen de stadsbewoners zich af. Wat voor een effect zou dit hebben op de bloeiende economie van Allopath? Een potige oude man, die eigenaar was van een lokale garage, besefte de gevolgen en sprong op en zei: “Als we deze stopborden maken en de verkeersongelukken dalen, dan zal ik de meeste van mijn arbeiders moeten ontslaan!”
Het was op dat moment dat de meeste stadsbewoners beseften dat hun eigen banen op het spel stonden. Als stopborden gebouwd zouden worden, zou bijna iedereen werkeloos worden. Allen hadden ze banen in ambulancediensten, garages, ziekenhuizen en teflononderhoud. Sommigen waren nu vertegenwoordigers van het viaceutische bedrijf. Weer anderen waren importeurs van autoruiten, banden, staal en andere auto-onderdelen. Een paar slimmeriken maakte hun fortuin met de verkoop van rolstoelen en krukken voor de slachtoffers van ongelukken.
Eén ondernemende jongeman was een wetenschappelijk blad begonnen dat onderzoek publiceerde waarin alle verschillende vormen van Remspoor Ziekte werden beschreven die waren aangetroffen en vastgelegd. Een andere persoon, een fitnessfreak, organiseerde een jaarlijkse rentocht om fondsen te werven om Remspoor Ziekte te helpen genezen. Het was een populair evenement en alle stadsbewoners namen hieraan deel en deden hun uiterste best: joggend, lopend, of slechts zichzelf voortduwend in hun rolstoelen.
Bijna iedereen in Allopath was op de een of andere manier economisch verbonden aan Remspoor Ziekte.
Uit angst om deze economische voorspoed te verliezen, stemden de stadsbewoners in met het oprichten van een nieuw openbaar veiligheidsagentschap: de Veelvoudige Wielrijders Autoriteit (VWA). Deze VWA zou verantwoordelijk zijn het verbeteren of verwerpen van alle bewegwijzering, technologie en chemische afdeklagen met betrekking tot de wegen van de stad.
De bestuursleden van de VWA werden gekozen uit de meest vooraanstaande zakenlieden van de gemeenschap: de eigenaar van de autowinkel, de eigenaar van het ambulancebedrijf en natuurlijk Dr. West.
Kort na haar oprichting kondigde de VWA aan dat het bestaan van Remspoor Ziekte daadwerkelijk bestond, aangezien het zorgvuldig was gedocumenteerd door een dokter en recentelijk gepubliceerd in het plaatselijke Remspoor Journaal. Aangezien er geen enkele studie was die aantoonde dat stopborden effectief waren in het terugbrengen van het aantal verkeersongelukken, kondigde de VWA aan dat stopborden verboden zouden worden en dat elke persoon die probeerde stopborden te verkopen aangeklaagd zou worden voor fraude en opgesloten in de stadsgevangenis.
Dit verheugde de bewoners van Allopath. Met de VWA wisten ze zich verzekerd van hun banen. Ze konden hun leven van economische voorspoed blijven leiden met de zekerheid van werk, in de wetenschap dat de VWA elke poging zou verbieden die hun bestaan in gevaar zou brengen. Ze kenden nog steeds veel verkeersongelukken, maar ze waren tenminste verzekerd van werk.
En zo vervolgde het leven zich in Allopath. Althans, voor een tijdje. Naarmate verkeersongelukken in een vernietigend tempo aanhielden, raakten meer en meer inwoners gewond of zelfs gedood.Velen van hen raakten als gevolg van hun verwondingen bedlegerig en arbeidsongeschikt.
Gedurende de jaren slonk de bevolking. Uiteindelijk verwerd het ooit bloeiende stadje Allopath tot weinig meer dan een spookstad. Het ziekenhuis sloot zijn deuren, de VWA werd opgeheven en het Remspoor Journaal werd niet meer uitgegeven.
De weinige inwoners die overbleven beseften uiteindelijk dat werkelijk niets goeds was gekomen van Remspoor Ziekte, de teflonlagen en de VWA. Niemand was er beter op geworden, aangezien al het geld van de stad opgemaakt was aan de ziekte: de teflonlagen, auto-onderdelen en ambulancediensten. Niemand was er gezonder van geworden, of gelukkiger, of langlevender. De meesten hadden zelfs hun hele familie verloren aan Remspoor Ziekte.
En de kluizenaar? Die bleef net buiten de stad leven, aan het eind van een kronkelende landweg, waar hij een simpel leven leidde met geen auto’s, geen wegen, geen teflonlagen en geen VWA.
Hij overleefde alle inwoners van Allopath. Hij tuinierde, ondernam lange wandelingen door het bos en verzamelde wortelen, bladeren en bessen om zichzelf te voeden. In zijn vrije tijd maakte hij stopborden, wachtend op de volgende bevolking, in de hoop dat zij mochten luisteren naar een oude kluizenaar met een gek idee:
…voorkomen is genezen en symptoombehandeling niet.
Geschreven in het Engels in 2005 door Mike Adams (www.naturalnews.com).
Nederlandse vertaling: Mike Donkers