Met een vriend ben ik gaan 'sparren' over Weston Price. Hij legde me via email 11 kritiekpunten voor die hij grotendeels heeft verzameld op het internet en vroeg mij naar mijn reactie. Ik wil jullie deze info niet onthouden, dus hieronder de uitwisseling die er tussen mij en hem plaatsvond:
1. Er zijn sinds Price tientallen, zo niet honderden dieetgoeroes geweest en andere types die precies wisten wat gezonde voeding is, maar iedere keer raken ze weer uit de mode, worden ze ingehaald door de feiten. Wat is de relevantie nu nog van Weston Price, waarom nu nog aan komen zetten met Price?
Van WikiPedia: Joel Fuhrman MD wrote a series of articles entitled "The truth about the Weston Price Foundation" in which he argues the Foundation is a purveyor of "nutritional myths", largely because they have failed to update their recommendations in light of contradictory evidence.[3]
VegSource: It can be argued that few scientific researchers in the 1930s would have understood the complexity of multi factorial causation of health, disease, and longevity, and Price should not be held to today’s higher standards. But the same cannot be said for his followers today. To advocate eating a diet high in saturated fat is to ignore all of the nutritional research—especially of the past 40 years—that links this diet to shorter life spans and higher rates of heart disease and cancer is unconscionable.
Iedereen kan van alles en nog wat zeggen over voeding en gezondheid, maar er is wel degelijk een objectief criterium waartegen je al deze meningen en theorien kunt afzetten, nl.: bestaat het al duizenden jaren en is het al die jaren bewezen heilzaam? Price onderzocht de levende afstammelingen van jager-verzamelaars, landbouwers, veehouders en nomadische stammen, die een overgeleverde traditie vertegenwoordigden van voedingswijsheden van vele eeuwen en generaties. Dat kunnen mensen als Fuhrman en andere criticasters niet zeggen.
Joel Fuhrman heeft 1 ding gemeen met het gedachtengoed van Weston Price en dat is dat hij eveneens van mening is dat het gaat om voedingswaarde en niet om calorien. Daar houdt de vergelijking dan ook meteen op, want bovenaan de lijst van gezonde voedingsmiddelen staan, volgens Fuhrman, groene bladgroenten. Verder staat hij de consumptie voor van fruit, peulvruchten, volle granen, noten, zaden. Dierlijk voedsel zet hij nagenoeg onderaan.
Dat mag hij vinden natuurlijk, maar nu komt de objectieve controlevraag: bestaat een dergelijk voedingspatroon al duizenden jaren en is het al duizenden jaren bewezen heilzaam? Het antwoord is: nee. Volgens de logica van Fuhrman zouden we dus verzamelaar-jagers zijn i.p.v. jager-verzamelaars, maar dat strookt niet met de bevindingen van Price, die constateerde dat de dierlijke component in de voeding van alle 14 de natuurvolkeren die hij onderzocht zeer prominent aanwezig was en dat de grote gemene deler van alle voedingspatronen van deze volkeren was dat de hoge voedingswaarde juist afkomstig was van 10 x zoveel vetoplosbare vitamines (A, D, E, K) als de moderne, westerse voeding. Van deze 4 vetoplosbare vitamines is slechts vit. E ook uit plantaardige bron te verkrijgen, de andere 3 (A, D, K) zijn dierlijk. Vit. A is in plantaardige vorm betacaroteen, of pro-vitamine A, een voorbereidende vit. A. Pas als betacaroteen wordt omgezet in vit. A door een dier wordt het echte vit. A. Plantaardige vitamine D is D2, de dierlijke is D3 en deze is vele malen beter opneembaar door mensen. Plantaardige vitamine K is K1, de dierlijke is K2 en deze is eveneens vele malen beter opneembaar door mensen.
Bovendien strookt het idee van de verzamelaar-jager evenmin met archeologische vondsten van grote hopen beestenbotten in grotten. Als de vroege mens hoofdzakelijk een groente-eter was, wat deed hij dan met al die botten? Verzamelen voor de lol? Als plantaardig voedsel zo belangrijk was voor de vroege mens, denk je dan niet dat deze dat zou vastleggen in grottekeningen? Op die tekeningen zie je ze echter met speren achter beesten aanhollen en niet granen telen of besjes plukken. Waar haalde de vroege mens trouwens groente en fruit vandaan? Nu hebben we kassen en kunnen we het hele jaar hierover beschikken, maar in het wild zijn het planten die slechts in het seizoen groeien en dan ook nog zeer kortstondig in het seizoen zijn. Vergeet ook niet dat we het grootste gedeelte van onze evolutie ijstijden hebben gekend en wel op plantenetende kuddes moesten jagen om in ons voedsel te voorzien. Pas 10.000 jaar geleden zijn we landbouwers en veehouders geworden, omdat de aarde toen opwarmde (jawel, zonder CO2-uitstotende SUV's en fabrieken!) en het ijs smolt en vruchtbare bodem achterliet.
Het onderzoek van Price bevestigt dit ook allemaal. Logisch, want de volkeren die hij onderzocht vertegenwoordigden onze prille, primitieve geschiedenis en traditie. Fuhrman en anderen kunnen dus kritiek leveren zoveel ze willen, maar hun ideeen weerstaan de objectieve test niet, omdat ze uitgaan van een moderne mens en een moderne voedselvoorziening, waarbij plantaardig voedsel in grote hoeveelheden het hele jaar door verkrijgbaar is. Dit maakt het onderzoek van Price nog altijd actueel en relevant Om criticasters de wind uit de zeilen te nemen heb ik zelf ook al eens een artikel geschreven over waarom het boek van Price uit 1939 nog lang niet achterhaald is.
2. Een van de argumenten van waarmee Price wordt bestreden is de China Study. Wat stel jij daar tegenover?
Daar kunnen we heel kort over zijn. Colin T. Campbell is ontmaskerd als een wetenschappelijke fraudeur op basis van zijn eigen ruwe data door Denise Minger, een voedingsblogger die destijds 23 jaar was en geen persoonlijke vete had met Campbell, maar simpelweg een liefde voor statistiek: http://rawfoodsos.com/2010/07/07/the-china-study-fact-or-fallac/.
Bovendien geldt ook hier weer de objectieve testvraag. Campbell komt zelfs uit op het volledig vermijden van dierlijk voedsel, veganisme dus. Als de vroege mens een veganist was, wat deden die beestenbotten en muurtekeningen van prooidieren dan in die grotten en waar haal je tijdens een ijstijd dan al dat plantaardige voedsel vandaan? Bovendien eet men in China werkelijk alles wat ooit liep, vloog of zwom, dus hoe kun je nu op veganisme uitkomen door het bestuderen van Chinezen?
3. Price is geen specialist. Hoe kan een tandarts die zich op een ander speelveld begeeft, een generalist serieus genomen worden?
Specialisme is wetenschappelijke tunnelvisie. Wat we nodig hebben is holisme. Price onderzocht vanuit zijn specialisme aanvankelijk het gebit en de kaakstructuur van deze mensen, maar kwam er al snel genoeg achter dat de staat van het gebit en de kaakstructuur een indicatie is van de algehele gezondheid van mensen, omdat ze blijk geven van de mineraalhuishouding van mensen. Price concludeerde dat de oorzaak van tandbederf niet zetmeelresten zijn die achterblijven op het gebit en bacterien lokken die zuren produceren, die vervolgens tanden en tandvlees oplossen, maar ernstige mineraaltekorten waarbij het lichaam van zijn eigen skeletstructuur gaat lenen om de vitale organen van mineralen te kunnen voorzien. Dit betreft dus het hele lichaam en de voltallige botstructuur en niet het gebit alleen.
Price toonde eveneens aan dat erfelijkheid zowel op te wekken was als op te heffen door de voedingsomgeving van de cellen in positieve of negatieve zin te veranderen. Hoe verklaar je anders dat natuurvolkeren duizenden jaren lang dezelfde schedelstructuur hadden (Price bestudeerde ook schedels van de voorouders van deze volkeren) en ineens, binnen 1 generatie na de omschakeling naar een westers voedingspatroon, een versmalling van de gezichts-, kaak- en gebitsstructuur bij hun nakomelingen ervaarden? Deze mensen hadden perfecte genen! Tandbederf is ook een relatief moderne aandoening die, in de mate waarin het nu voorkomt (99-100% van de bevolking) pas 100-200 jaar voorkomt, zo blijkt uit schedelonderzoek.
Dit maakt het onderzoek van Price des te relevanter anno nu, omdat er nu pas een nieuwe wetenschap is die uitgaat van de omgeving van de genen en dat is de epigenetica, een veel intelligentere wetenschap dan het darwinisme. Price mag je zien als een pionier van de epigenetica, alleen bestond deze helemaal niet in zijn tijd!
4. Melk is de mens relatief laat gaan drinken. Het argument tegen graan klinkt precies hetzelfde. Waarom geldt het bij granen wel en bij melk niet? [In fact, Price himself wasn't such an advocate of dairy].
Price identificeert in zijn boek 3 bijzonder voedzame voedingsmiddelen, die we vandaag de dag 'superfoods' zouden noemen: rauwe melk, orgaanvlees en vis. Dus en of Price een voorstander was van zuivel!
Het argument dat de mens pas zo'n 10.000 jaar geleden melk is gaan drinken en graan is gaan eten klopt. Als we echter kijken naar de voeding van de vroege mens (jager-verzamelaasr) dan zien we dat deze bestond uit hoofdzakelijk dierlijke voeding, boordevol verzadigd vet, eiwitten en cholesterol, aangevuld met plantaardig voedsel (als de vroege mens naar het Ondervoedingscentrum had geluisterd, hadden wij hier nu niet aan de computer gezeten, want dan waren we door ondervoeding allang uitgestorven).
Wat kenmerkt rauwe melk als voedsel? Juist ja, verzadigd vet, eiwitten en cholesterol! De vroege mens heeft nooit een suiker-, zetmeel- en koolhydraatrijk voedingspatroon gehad en rauwe melk is dan ook een prima voortzetting van het aloude voedingspatroon, maar dan vanuit een veel gemakkelijker verkrijgbare voedingsbron, nl. gedomesticeerde dieren i.p.v. wilde dieren. Dit sluit dus prima aan op wat de mens toch al at.
Granen, daarentegen, bestaan niet uit vetten, eiwitten en cholesterol, maar voornamelijk uit zetmeel en schadelijke eiwitten (gluten) en talloze antinutrienten, waaronder fytinezuur. Het kwam de machthebbers destijds goed uit, want je kunt granen makkelijk telen en goed bewaren en dus is het goed soldatenvoer. We maken vandaag de dag nog steeds gebruik van plantaardige landbouw om dierlijke producten te vervangen. Denk bijv. aan plantaardige 'boter' en aan sojaburgers. Planten telen is een stuk gemakkelijker en goedkoper dan dieren houden. We hebben echter een evolutionaire geschiedenis van het eten van vette en eiwitrijke dierlijke producten en niet van graanproducten boordevol suiker, zetmeel en koolhydraten. Dus melk sluit hier wel mooi op aan en granen niet. Ze drukken de kosten voor voedselfabrikanten maar we betalen wel een andere prijs, nl. met onze gezondheid.
Bovendien is er nog altijd de objectieve testvraag. Wordt het voedingsmiddel al duizenden jaren gebruikt en is het bewezen heilzaam? Hippocrates, de grondlegger van de moderne geneeskunde, schreef rauwe melkdieten voor als middel tegen elke kwaal. Al duizenden jaren heelt rauwe melk mensen van allerlei ziekten en aandoeningen, een duidelijk bewijs dat dit neolithische voedingsmiddel naadloos aansluit op de paleolitische voeding. Kunnen we hetzelfde zeggen voor granen? Nee, integendeel. Uit onderzoek naar schedels en skeletten blijkt dat de graanetende mens kleiner is geworden met een minder dichte botstructuur en, jawel, zelfs caries, iets wat bij geen enkele paleolitische mens is aangetroffen.
5. Niet iedereen is bestand tegen melk. Melk is niet goed voor elk, of wel?
De meeste mensen die een zogeheten lactose-intolerantie hebben, hebben in werkelijkheid een intolerantie tegen pasteurisatie en homogenisering, die op magische wijze verdwijnt als men rauwe melk drinkt. Het is dus de bewerking van de melk door verhitting die de intolerantie veroorzaakt en dat is in feite dus een heel zuivere reactie van het lichaam. Er is echter een relatief kleine groep mensen die om wat voor reden dan ook niet tegen rauwe melk kan.
Toch kunnen er meer mensen wel tegen dan niet, mits de melk maar rauw is. Vaak wordt beweerd dat Aziaten en Afrikanen het melkverterend enzym lactase missen, maar hoe verklaar je dan dat een Afrikaanse stam uit Kenia, de Masai, wel rauwe melk dagelijks drinkt en hoe verklaar je dat Aziatische volkeren op het Himalayagebergte, van Mongolie tot Tibet tot Nepal tot India en Pakistan boterthee drinken, gerechten maken met geklaarde boter (ghee) en rauwe melk drinken van kamelen, yaks of andere grazers? Dit is trouwens de reden waarom de koe heilig is in India: men eert de melk die de koe geeft en spaart daardoor het leven van de koe!
6. ‘Rood vlees bekort het leven vanwege vet, cholesterol en ijzer’, kopt de NRC. Het blijkt uit onderzoek onder 120.000 Amerikanen en staat gepubliceerd in Archives of Internal Medicine. Commentaar bij het artikel.
Van WikiPedia: John Robbins has written a critique in which he reviews the history of the Weston Price Foundation and provides evidence that Weston Price had recommended a vegetarian and dairy diet to his own family members as the healthiest diet.[20]
John Robbins staat een vegetarisch voedingspatroon voor. Er begint zich hier een patroon af te tekenen: de criticasters van Weston Price zijn mensen die een (nagenoeg) vegetarisch of veganistisch voedingspatroon voorstaan. Price constateerde nogmaals dat de dierlijke component bij alle 14 natuurvolkeren zeer belangrijk was en dat deze de basis vormde voor het hoge gehalte aan vetoplosbare vitamines die zij consumeerden. In de natuur kun je je als mens niet veroorloven om een pure planteneter te zijn, die luxe heeft alleen een moderne mens die zich niet hoeft te bekommeren over waar zijn voedsel vandaan komt en wat en hoeveel hij eet. Plantenetende dieren grazen voortdurend, zo weinig voedingsstoffen zitten er in plantaardig voedsel. Deze planteneters verzamelen en concentreren dan de plantenstoffen en bieden voor ons een voedzaam maal dat ons lange tijd van energie voorziet, zonder dat we honger krijgen. Eet maar eens een ontbijt van eieren met spek en zet de tijd dat je geen honger hebt af tegen een ontbijt van twee boterhammen met beleg!
Daarnaast is een belangrijk argument tegen het vegetarisme of veganisme van de criticasters van Price opnieuw de objectieve testvraag. Deze heb ik hierboven al beantwoord. In een ijstijd moet je achter de plantenetende kuddes aan. Daarmee kunnen we gelijk ook de vraag beantwoorden of rood vlees het leven bekort, kanker veroorzaakt of andere nadelen heeft voor de gezondheid en langlevendheid. We hebben het aan onze jagende, rood vlees etende voorouders uberhaupt te danken dat we hier zitten! Price kwam bij pure vlees- en viseters als Indianen, Eskimo's, Masai, Aboriginals, Maori. Er was daar geen kanker en geen hart- en vaatziekte. Sterker nog, hoe meer het eetpatroon overeenkwam met dat van de oermens (zoals bij de Aboriginals en Maori) hoe sterker en vitaler deze mensen waren!
Als je nu minder lang leeft van rood vlees komt dat omdat we deze dieren granen geven, met te grote aantallen in een te kleine ruimte houden, ze genetisch gemodificeerd voer geven met bestrijdingsmiddelen en met antibiotica voorkomen dat ze niet spontaan door de hoeven zakken van ellende. Wie gezondheid eet, krijgt gezondheid. Wie ziekte eet, krijgt ziekte. Het dier is zo gezond als de planten die het eet als de bodem waarin de planten groeien. De moderne intensieve veehouderij en landbouw is hieraan schuldig, niet rood vlees op zich.
7. Inmiddels is echt wel aangetoond dat verzadigd vet slecht is voor de moderne mens.
Wie heeft dat aangetoond dan? In het Engels zeggen ze: correlation is not causation. Een voorbeeld:
In westerse landen is er veel hart- en vaatziekte. Men rijdt ook veel auto en kijkt veel TV. Er is dus een duidelijke statistische correlatie tussen auto rijden, TV kijken en hart- en vaatziekte. Maar 'correlation is not causation'. Is auto rijden of TV kijken daarmee de oorzaak van hart- en vaatziekte? Natuurlijk niet. Dergelijke statistische associaties worden echter dagelijks gelegd en via de media verspreid. Dit is je reinste pseudowetenschap. Hoe kunnen we nu miljoenen jaren ons gevoed hebben van de jacht en nu ineens, na de oorlog, gezondheidsklachten overhouden aan de consumptie van verzadigd vet en cholesterol?
Bovendien is dit mantra er aardig ingeramd in de laatste 60 jaar en dus zijn we daardoor alsmaar minder verzadigd vet en cholesterol gaan eten en meer plantaardige boter en bakvet/bakolie, groenten, granen en fruit, precies zoals de Schijf van 5 dit voorschrijft. Je moet de voedingsvoorschriften beoordelen op hun resultaten. Zijn we er de laatste 60 jaar gezonder op geworden? Integendeel! We kennen na de oorlog een regelrechte explosie van kanker, hart- en vaatziekte, diabetes, neurologische aandoeningen, gedragsstoornissen, depressie, zelfmoord en vreemde ziekten als autisme en adhd. Ons wordt verteld dat veel van deze aandoeningen 'genetisch' zouden zijn. Zijn onze genen de laaste 60 jaar zo dramatisch veranderd dan? Ik dacht dat de evolutie juist bijzonder traag verliep!
8. Moderne mensen zijn niet te vergelijken met de rondrennende, fitte types die Price tegenkwam.
We zijn nu lichamelijk en mentaal actiever dan de mensen die Price onderzocht. Jager-verzamelaars joegen gemiddeld 3-4 uur per dag, de rest van de tijd deden ze helemaal niets. Er was veel ontspanning en tijd met het gezin en andere stamleden. We liepen achter de rondtrekkende kuddes aan en dus was de vroege mens vooral een wandelaar. Men besloop een prooi en trok korte sprintjes. Alles in het wild is gericht op het behoud van energie, niet de verspilling ervan. Hoe minder je hoeft te doen, hoe beter het is. Het ging (en gaat nog steeds) om maximale voedingswaarde en minimale inspanning. Het beeld van de fitte, actieve oermens is een mythe.
9. Price bleef te kort bij de bezochte volken om goed onderzoek te doen. De mensen die hij fotografeerde waren niet representatief. Ook sommige jonge moderne mensen die ongezond eten zien er gezond uit.
Jonge mensen die ongezond eten hebben het voordeel van de veerkracht die hun jonge leven nog biedt. Ze leggen echter de kiem voor klachten die zich na hun 35e pas openbaren. Paul Chek schreef ooit dat de meeste mensen 35 jaar oud worden en daarna nog 35 jaar stervend op aarde rondlopen, strompelend van dokter naar dokter.
Price was niet de enige die tot dergelijke conclusies kwam. Andere mensen die onderzoek hebben gedaan naar natuurvolkeren zijn:
Robert McCarrison, een Britse legerarts. Hij bestudeerde volkeren in India en Pakistan en gaf ratten de voeding van volkeren die wel en niet goed gedijden. De ratten vertoonden hetzelfde gezondheidsbeeld als de mensen.
Vilhjalmur Stefansson, een Canadese onderzoeker die meerdere keren langdurig leefde onder de Eskimo's. Hij ervaarde dat als hij het voedsel van de Eskimo's at zijn gezondheidsklachten verdwenen en als hij terugkeerde naar de bewoonde westerse wereld en westers voedsel at zijn klachten terugkeerden.
Frances Pottenger, een Amerikaanse tijdgenoot van Price deed experimenten met katten. Hij verdeelde de katten in meerdere groepen die hij ofwel rauwe melk en rauw vlees voerde, ofwel verhitte melk en verhit vlees. De groep op rauw voedsel gedijde en produceerde probleemloos generatie na generatie een gezond nageslacht. De groep op verhit voedsel degenereerde met iedere generatie en kwam niet verder dan 3 generaties, waarna de groep onvruchtbaar werd en zich niet meer kon voortplanten. Ook constateerde Pottenger exact hetzelfde bij zijn gedegeneerde katten als Price zag bij gedegenereerde mensen, nl. een versmalling van het gezicht, de kaakstructuur en het gebit als het gevolg van een leenproces waarbij het lichaam mineralen van zichzelf gaat lenen. Ook het gedrag verslechterde, iets wat McCarrison ook observeerde bij zijn ratten. De dieren die goed voer kregen waren vriendelijk en lief, de dieren die slecht voer kregen waren agressief en vijandig. Ze vertoonden zelfs seksuele perversie! Pottenger toonde, net als Price, aan dat de omgeving van de cellen positief of negatief te beinvloeden is door gedegenereerde dieren weer rauwe melk en rauw vlees te voeren en gezonde dieren verhitte melk en verhit vlees. De gedegeneerde dieren veranderden in positieve zin qua gezondheid en gedrag, de gezonde dieren in negatieve zin.
George Mann, iemand die de bestaande theorieen over verzadigd vet en cholesterol ernstig in twijfel trok, besloot de Masai in Tanzania te onderzoeken op de gezondheid van hun hart en bloedvaten. De Masai voeden zich met melk, vlees en bloed en zouden dus volgens de huidige 'wetenschap' stijf moeten staan van de hart- en vaatziekte. Het tegendeel was waar: men had een bloedbeeld waar menige westerling jaloers op zou zijn!
De Nederlander Remko Kuipers leefde een tijd onder een natuurvolk in Tanzania en deed daar o.a. bloedonderzoek. Hij is van mening dat hedendaagse voedingsdeskundigen hun excuus moeten aanbieden aan het Nederlandse volk vanwege het verstrekken van volkomen verkeerd voedingsadvies en dat nu eindelijk maar eens onze consumptie van koolhydraten tegen het licht moeten worden gehouden i.p.v. altijd weer die eenzijdige focus op verzadigde vetten en cholesterol.
10. Hebben critici niet toch een beetje gelijk? Waar faalt Price?
Ik daag iedereen uit met een betere en volledigere studie over voeding voor de dag te komen dan die Price heeft vastgelegd in zijn boek in 1939. Tot op heden is zijn werk onovertroffen en is daarom nog steeds relevanter en actueler dan ooit!
11. Hoe kun je nog wijs worden uit de voors en tegens als iedereen elkaar gaat zitten bestrijden?
Van WikiPedia: The Quackwatch website published an essay by Stephen Barrett MD that says the Weston A. Price Foundation promotes "questionable dietary strategies" and on grounds that the core assumptions of Weston Price's original work are incorrect and contrary to contemporary medical understanding.[24] The Foundation has written a rebuttal to Barrett's essay.[25]
Laten we eens kijken naar het woord 'quack', afkomstig van het Nederlandse 'kwakzalver'. Vroeger had je reizende medicijnmannen die een middel tegen alle kwalen verkochten. Vaak was dat kwik, verwerkt in een zalf. De oude naam voor kwik is 'kwikzilver'. Vanwege kwikzilver in zalven is de term 'kwakzalver' ontstaan. Dat dit een middel was tegen alle kwalen was niet gelogen, want iedereen die het gebruikte viel dood neer! Maar dan was de reizende medicijnman alweer vertrokken naar de volgende plaats.
Een van die reizende medicijnmannen was William Rockefeller, opa van de schatrijke oliebaron John D. Rockefeller. Deze laatste heeft in 1910 het huidige geneeskundige model opgezet door universiteiten te sponsoren en daarmee ook te bepalen wat er op deze universiteiten werd onderwezen. De bedoeling was een medisch model te creeren dat gebaseerd was op synthetische (chemische) producten, gemaakt van olie. Alle natuurlijke geneeswijzen (met een veel langere geschiedenis en traditiie) werden aan de kant geschoven en weggezet als 'kwakzalverij'. En dat terwijl zijn opa een regelrechte kwakzalver was! Kwik neemt nog steeds een belangrijke plaats in als 'medicijn' in de huidige geneeskunde, bijv,. als amalgaam in vullingen en als ingredient in vaccins.
En wij moeten een dergelijke 'wetenschap' voor waar aannemen en een veel oudere traditie van natuurlijk voedsel en kruidengeneeskunst opzij zetten? De 'wetenschap' is volkomen gemanipuleerd doordat deze gefinancierd wordt door partijen die belang hebben bij een bepaalde uitkomst. Price was onafhankelijk, want hij financierde zijn eigen onderzoek. Bovendien onderzocht hij gezondheid en geen ziekte. Hoeveel medische onderzoekers kunnen dit nu nog zeggen? Waarom hebben medische opleidingen wel het vak pathologie (ziekteleer) en niet sanitologie (gezondheidsleer)? Weten we eigenlijk nog wel wat gezondheid werkelijk is? Onze standaard voor gezondheid is half-ziek!
Mike
1. Er zijn sinds Price tientallen, zo niet honderden dieetgoeroes geweest en andere types die precies wisten wat gezonde voeding is, maar iedere keer raken ze weer uit de mode, worden ze ingehaald door de feiten. Wat is de relevantie nu nog van Weston Price, waarom nu nog aan komen zetten met Price?
Van WikiPedia: Joel Fuhrman MD wrote a series of articles entitled "The truth about the Weston Price Foundation" in which he argues the Foundation is a purveyor of "nutritional myths", largely because they have failed to update their recommendations in light of contradictory evidence.[3]
VegSource: It can be argued that few scientific researchers in the 1930s would have understood the complexity of multi factorial causation of health, disease, and longevity, and Price should not be held to today’s higher standards. But the same cannot be said for his followers today. To advocate eating a diet high in saturated fat is to ignore all of the nutritional research—especially of the past 40 years—that links this diet to shorter life spans and higher rates of heart disease and cancer is unconscionable.
Iedereen kan van alles en nog wat zeggen over voeding en gezondheid, maar er is wel degelijk een objectief criterium waartegen je al deze meningen en theorien kunt afzetten, nl.: bestaat het al duizenden jaren en is het al die jaren bewezen heilzaam? Price onderzocht de levende afstammelingen van jager-verzamelaars, landbouwers, veehouders en nomadische stammen, die een overgeleverde traditie vertegenwoordigden van voedingswijsheden van vele eeuwen en generaties. Dat kunnen mensen als Fuhrman en andere criticasters niet zeggen.
Joel Fuhrman heeft 1 ding gemeen met het gedachtengoed van Weston Price en dat is dat hij eveneens van mening is dat het gaat om voedingswaarde en niet om calorien. Daar houdt de vergelijking dan ook meteen op, want bovenaan de lijst van gezonde voedingsmiddelen staan, volgens Fuhrman, groene bladgroenten. Verder staat hij de consumptie voor van fruit, peulvruchten, volle granen, noten, zaden. Dierlijk voedsel zet hij nagenoeg onderaan.
Dat mag hij vinden natuurlijk, maar nu komt de objectieve controlevraag: bestaat een dergelijk voedingspatroon al duizenden jaren en is het al duizenden jaren bewezen heilzaam? Het antwoord is: nee. Volgens de logica van Fuhrman zouden we dus verzamelaar-jagers zijn i.p.v. jager-verzamelaars, maar dat strookt niet met de bevindingen van Price, die constateerde dat de dierlijke component in de voeding van alle 14 de natuurvolkeren die hij onderzocht zeer prominent aanwezig was en dat de grote gemene deler van alle voedingspatronen van deze volkeren was dat de hoge voedingswaarde juist afkomstig was van 10 x zoveel vetoplosbare vitamines (A, D, E, K) als de moderne, westerse voeding. Van deze 4 vetoplosbare vitamines is slechts vit. E ook uit plantaardige bron te verkrijgen, de andere 3 (A, D, K) zijn dierlijk. Vit. A is in plantaardige vorm betacaroteen, of pro-vitamine A, een voorbereidende vit. A. Pas als betacaroteen wordt omgezet in vit. A door een dier wordt het echte vit. A. Plantaardige vitamine D is D2, de dierlijke is D3 en deze is vele malen beter opneembaar door mensen. Plantaardige vitamine K is K1, de dierlijke is K2 en deze is eveneens vele malen beter opneembaar door mensen.
Bovendien strookt het idee van de verzamelaar-jager evenmin met archeologische vondsten van grote hopen beestenbotten in grotten. Als de vroege mens hoofdzakelijk een groente-eter was, wat deed hij dan met al die botten? Verzamelen voor de lol? Als plantaardig voedsel zo belangrijk was voor de vroege mens, denk je dan niet dat deze dat zou vastleggen in grottekeningen? Op die tekeningen zie je ze echter met speren achter beesten aanhollen en niet granen telen of besjes plukken. Waar haalde de vroege mens trouwens groente en fruit vandaan? Nu hebben we kassen en kunnen we het hele jaar hierover beschikken, maar in het wild zijn het planten die slechts in het seizoen groeien en dan ook nog zeer kortstondig in het seizoen zijn. Vergeet ook niet dat we het grootste gedeelte van onze evolutie ijstijden hebben gekend en wel op plantenetende kuddes moesten jagen om in ons voedsel te voorzien. Pas 10.000 jaar geleden zijn we landbouwers en veehouders geworden, omdat de aarde toen opwarmde (jawel, zonder CO2-uitstotende SUV's en fabrieken!) en het ijs smolt en vruchtbare bodem achterliet.
Het onderzoek van Price bevestigt dit ook allemaal. Logisch, want de volkeren die hij onderzocht vertegenwoordigden onze prille, primitieve geschiedenis en traditie. Fuhrman en anderen kunnen dus kritiek leveren zoveel ze willen, maar hun ideeen weerstaan de objectieve test niet, omdat ze uitgaan van een moderne mens en een moderne voedselvoorziening, waarbij plantaardig voedsel in grote hoeveelheden het hele jaar door verkrijgbaar is. Dit maakt het onderzoek van Price nog altijd actueel en relevant Om criticasters de wind uit de zeilen te nemen heb ik zelf ook al eens een artikel geschreven over waarom het boek van Price uit 1939 nog lang niet achterhaald is.
2. Een van de argumenten van waarmee Price wordt bestreden is de China Study. Wat stel jij daar tegenover?
Daar kunnen we heel kort over zijn. Colin T. Campbell is ontmaskerd als een wetenschappelijke fraudeur op basis van zijn eigen ruwe data door Denise Minger, een voedingsblogger die destijds 23 jaar was en geen persoonlijke vete had met Campbell, maar simpelweg een liefde voor statistiek: http://rawfoodsos.com/2010/07/07/the-china-study-fact-or-fallac/.
Bovendien geldt ook hier weer de objectieve testvraag. Campbell komt zelfs uit op het volledig vermijden van dierlijk voedsel, veganisme dus. Als de vroege mens een veganist was, wat deden die beestenbotten en muurtekeningen van prooidieren dan in die grotten en waar haal je tijdens een ijstijd dan al dat plantaardige voedsel vandaan? Bovendien eet men in China werkelijk alles wat ooit liep, vloog of zwom, dus hoe kun je nu op veganisme uitkomen door het bestuderen van Chinezen?
3. Price is geen specialist. Hoe kan een tandarts die zich op een ander speelveld begeeft, een generalist serieus genomen worden?
Specialisme is wetenschappelijke tunnelvisie. Wat we nodig hebben is holisme. Price onderzocht vanuit zijn specialisme aanvankelijk het gebit en de kaakstructuur van deze mensen, maar kwam er al snel genoeg achter dat de staat van het gebit en de kaakstructuur een indicatie is van de algehele gezondheid van mensen, omdat ze blijk geven van de mineraalhuishouding van mensen. Price concludeerde dat de oorzaak van tandbederf niet zetmeelresten zijn die achterblijven op het gebit en bacterien lokken die zuren produceren, die vervolgens tanden en tandvlees oplossen, maar ernstige mineraaltekorten waarbij het lichaam van zijn eigen skeletstructuur gaat lenen om de vitale organen van mineralen te kunnen voorzien. Dit betreft dus het hele lichaam en de voltallige botstructuur en niet het gebit alleen.
Price toonde eveneens aan dat erfelijkheid zowel op te wekken was als op te heffen door de voedingsomgeving van de cellen in positieve of negatieve zin te veranderen. Hoe verklaar je anders dat natuurvolkeren duizenden jaren lang dezelfde schedelstructuur hadden (Price bestudeerde ook schedels van de voorouders van deze volkeren) en ineens, binnen 1 generatie na de omschakeling naar een westers voedingspatroon, een versmalling van de gezichts-, kaak- en gebitsstructuur bij hun nakomelingen ervaarden? Deze mensen hadden perfecte genen! Tandbederf is ook een relatief moderne aandoening die, in de mate waarin het nu voorkomt (99-100% van de bevolking) pas 100-200 jaar voorkomt, zo blijkt uit schedelonderzoek.
Dit maakt het onderzoek van Price des te relevanter anno nu, omdat er nu pas een nieuwe wetenschap is die uitgaat van de omgeving van de genen en dat is de epigenetica, een veel intelligentere wetenschap dan het darwinisme. Price mag je zien als een pionier van de epigenetica, alleen bestond deze helemaal niet in zijn tijd!
4. Melk is de mens relatief laat gaan drinken. Het argument tegen graan klinkt precies hetzelfde. Waarom geldt het bij granen wel en bij melk niet? [In fact, Price himself wasn't such an advocate of dairy].
Price identificeert in zijn boek 3 bijzonder voedzame voedingsmiddelen, die we vandaag de dag 'superfoods' zouden noemen: rauwe melk, orgaanvlees en vis. Dus en of Price een voorstander was van zuivel!
Het argument dat de mens pas zo'n 10.000 jaar geleden melk is gaan drinken en graan is gaan eten klopt. Als we echter kijken naar de voeding van de vroege mens (jager-verzamelaasr) dan zien we dat deze bestond uit hoofdzakelijk dierlijke voeding, boordevol verzadigd vet, eiwitten en cholesterol, aangevuld met plantaardig voedsel (als de vroege mens naar het Ondervoedingscentrum had geluisterd, hadden wij hier nu niet aan de computer gezeten, want dan waren we door ondervoeding allang uitgestorven).
Wat kenmerkt rauwe melk als voedsel? Juist ja, verzadigd vet, eiwitten en cholesterol! De vroege mens heeft nooit een suiker-, zetmeel- en koolhydraatrijk voedingspatroon gehad en rauwe melk is dan ook een prima voortzetting van het aloude voedingspatroon, maar dan vanuit een veel gemakkelijker verkrijgbare voedingsbron, nl. gedomesticeerde dieren i.p.v. wilde dieren. Dit sluit dus prima aan op wat de mens toch al at.
Granen, daarentegen, bestaan niet uit vetten, eiwitten en cholesterol, maar voornamelijk uit zetmeel en schadelijke eiwitten (gluten) en talloze antinutrienten, waaronder fytinezuur. Het kwam de machthebbers destijds goed uit, want je kunt granen makkelijk telen en goed bewaren en dus is het goed soldatenvoer. We maken vandaag de dag nog steeds gebruik van plantaardige landbouw om dierlijke producten te vervangen. Denk bijv. aan plantaardige 'boter' en aan sojaburgers. Planten telen is een stuk gemakkelijker en goedkoper dan dieren houden. We hebben echter een evolutionaire geschiedenis van het eten van vette en eiwitrijke dierlijke producten en niet van graanproducten boordevol suiker, zetmeel en koolhydraten. Dus melk sluit hier wel mooi op aan en granen niet. Ze drukken de kosten voor voedselfabrikanten maar we betalen wel een andere prijs, nl. met onze gezondheid.
Bovendien is er nog altijd de objectieve testvraag. Wordt het voedingsmiddel al duizenden jaren gebruikt en is het bewezen heilzaam? Hippocrates, de grondlegger van de moderne geneeskunde, schreef rauwe melkdieten voor als middel tegen elke kwaal. Al duizenden jaren heelt rauwe melk mensen van allerlei ziekten en aandoeningen, een duidelijk bewijs dat dit neolithische voedingsmiddel naadloos aansluit op de paleolitische voeding. Kunnen we hetzelfde zeggen voor granen? Nee, integendeel. Uit onderzoek naar schedels en skeletten blijkt dat de graanetende mens kleiner is geworden met een minder dichte botstructuur en, jawel, zelfs caries, iets wat bij geen enkele paleolitische mens is aangetroffen.
5. Niet iedereen is bestand tegen melk. Melk is niet goed voor elk, of wel?
De meeste mensen die een zogeheten lactose-intolerantie hebben, hebben in werkelijkheid een intolerantie tegen pasteurisatie en homogenisering, die op magische wijze verdwijnt als men rauwe melk drinkt. Het is dus de bewerking van de melk door verhitting die de intolerantie veroorzaakt en dat is in feite dus een heel zuivere reactie van het lichaam. Er is echter een relatief kleine groep mensen die om wat voor reden dan ook niet tegen rauwe melk kan.
Toch kunnen er meer mensen wel tegen dan niet, mits de melk maar rauw is. Vaak wordt beweerd dat Aziaten en Afrikanen het melkverterend enzym lactase missen, maar hoe verklaar je dan dat een Afrikaanse stam uit Kenia, de Masai, wel rauwe melk dagelijks drinkt en hoe verklaar je dat Aziatische volkeren op het Himalayagebergte, van Mongolie tot Tibet tot Nepal tot India en Pakistan boterthee drinken, gerechten maken met geklaarde boter (ghee) en rauwe melk drinken van kamelen, yaks of andere grazers? Dit is trouwens de reden waarom de koe heilig is in India: men eert de melk die de koe geeft en spaart daardoor het leven van de koe!
6. ‘Rood vlees bekort het leven vanwege vet, cholesterol en ijzer’, kopt de NRC. Het blijkt uit onderzoek onder 120.000 Amerikanen en staat gepubliceerd in Archives of Internal Medicine. Commentaar bij het artikel.
Van WikiPedia: John Robbins has written a critique in which he reviews the history of the Weston Price Foundation and provides evidence that Weston Price had recommended a vegetarian and dairy diet to his own family members as the healthiest diet.[20]
John Robbins staat een vegetarisch voedingspatroon voor. Er begint zich hier een patroon af te tekenen: de criticasters van Weston Price zijn mensen die een (nagenoeg) vegetarisch of veganistisch voedingspatroon voorstaan. Price constateerde nogmaals dat de dierlijke component bij alle 14 natuurvolkeren zeer belangrijk was en dat deze de basis vormde voor het hoge gehalte aan vetoplosbare vitamines die zij consumeerden. In de natuur kun je je als mens niet veroorloven om een pure planteneter te zijn, die luxe heeft alleen een moderne mens die zich niet hoeft te bekommeren over waar zijn voedsel vandaan komt en wat en hoeveel hij eet. Plantenetende dieren grazen voortdurend, zo weinig voedingsstoffen zitten er in plantaardig voedsel. Deze planteneters verzamelen en concentreren dan de plantenstoffen en bieden voor ons een voedzaam maal dat ons lange tijd van energie voorziet, zonder dat we honger krijgen. Eet maar eens een ontbijt van eieren met spek en zet de tijd dat je geen honger hebt af tegen een ontbijt van twee boterhammen met beleg!
Daarnaast is een belangrijk argument tegen het vegetarisme of veganisme van de criticasters van Price opnieuw de objectieve testvraag. Deze heb ik hierboven al beantwoord. In een ijstijd moet je achter de plantenetende kuddes aan. Daarmee kunnen we gelijk ook de vraag beantwoorden of rood vlees het leven bekort, kanker veroorzaakt of andere nadelen heeft voor de gezondheid en langlevendheid. We hebben het aan onze jagende, rood vlees etende voorouders uberhaupt te danken dat we hier zitten! Price kwam bij pure vlees- en viseters als Indianen, Eskimo's, Masai, Aboriginals, Maori. Er was daar geen kanker en geen hart- en vaatziekte. Sterker nog, hoe meer het eetpatroon overeenkwam met dat van de oermens (zoals bij de Aboriginals en Maori) hoe sterker en vitaler deze mensen waren!
Als je nu minder lang leeft van rood vlees komt dat omdat we deze dieren granen geven, met te grote aantallen in een te kleine ruimte houden, ze genetisch gemodificeerd voer geven met bestrijdingsmiddelen en met antibiotica voorkomen dat ze niet spontaan door de hoeven zakken van ellende. Wie gezondheid eet, krijgt gezondheid. Wie ziekte eet, krijgt ziekte. Het dier is zo gezond als de planten die het eet als de bodem waarin de planten groeien. De moderne intensieve veehouderij en landbouw is hieraan schuldig, niet rood vlees op zich.
7. Inmiddels is echt wel aangetoond dat verzadigd vet slecht is voor de moderne mens.
Wie heeft dat aangetoond dan? In het Engels zeggen ze: correlation is not causation. Een voorbeeld:
In westerse landen is er veel hart- en vaatziekte. Men rijdt ook veel auto en kijkt veel TV. Er is dus een duidelijke statistische correlatie tussen auto rijden, TV kijken en hart- en vaatziekte. Maar 'correlation is not causation'. Is auto rijden of TV kijken daarmee de oorzaak van hart- en vaatziekte? Natuurlijk niet. Dergelijke statistische associaties worden echter dagelijks gelegd en via de media verspreid. Dit is je reinste pseudowetenschap. Hoe kunnen we nu miljoenen jaren ons gevoed hebben van de jacht en nu ineens, na de oorlog, gezondheidsklachten overhouden aan de consumptie van verzadigd vet en cholesterol?
Bovendien is dit mantra er aardig ingeramd in de laatste 60 jaar en dus zijn we daardoor alsmaar minder verzadigd vet en cholesterol gaan eten en meer plantaardige boter en bakvet/bakolie, groenten, granen en fruit, precies zoals de Schijf van 5 dit voorschrijft. Je moet de voedingsvoorschriften beoordelen op hun resultaten. Zijn we er de laatste 60 jaar gezonder op geworden? Integendeel! We kennen na de oorlog een regelrechte explosie van kanker, hart- en vaatziekte, diabetes, neurologische aandoeningen, gedragsstoornissen, depressie, zelfmoord en vreemde ziekten als autisme en adhd. Ons wordt verteld dat veel van deze aandoeningen 'genetisch' zouden zijn. Zijn onze genen de laaste 60 jaar zo dramatisch veranderd dan? Ik dacht dat de evolutie juist bijzonder traag verliep!
8. Moderne mensen zijn niet te vergelijken met de rondrennende, fitte types die Price tegenkwam.
We zijn nu lichamelijk en mentaal actiever dan de mensen die Price onderzocht. Jager-verzamelaars joegen gemiddeld 3-4 uur per dag, de rest van de tijd deden ze helemaal niets. Er was veel ontspanning en tijd met het gezin en andere stamleden. We liepen achter de rondtrekkende kuddes aan en dus was de vroege mens vooral een wandelaar. Men besloop een prooi en trok korte sprintjes. Alles in het wild is gericht op het behoud van energie, niet de verspilling ervan. Hoe minder je hoeft te doen, hoe beter het is. Het ging (en gaat nog steeds) om maximale voedingswaarde en minimale inspanning. Het beeld van de fitte, actieve oermens is een mythe.
9. Price bleef te kort bij de bezochte volken om goed onderzoek te doen. De mensen die hij fotografeerde waren niet representatief. Ook sommige jonge moderne mensen die ongezond eten zien er gezond uit.
Jonge mensen die ongezond eten hebben het voordeel van de veerkracht die hun jonge leven nog biedt. Ze leggen echter de kiem voor klachten die zich na hun 35e pas openbaren. Paul Chek schreef ooit dat de meeste mensen 35 jaar oud worden en daarna nog 35 jaar stervend op aarde rondlopen, strompelend van dokter naar dokter.
Price was niet de enige die tot dergelijke conclusies kwam. Andere mensen die onderzoek hebben gedaan naar natuurvolkeren zijn:
Robert McCarrison, een Britse legerarts. Hij bestudeerde volkeren in India en Pakistan en gaf ratten de voeding van volkeren die wel en niet goed gedijden. De ratten vertoonden hetzelfde gezondheidsbeeld als de mensen.
Vilhjalmur Stefansson, een Canadese onderzoeker die meerdere keren langdurig leefde onder de Eskimo's. Hij ervaarde dat als hij het voedsel van de Eskimo's at zijn gezondheidsklachten verdwenen en als hij terugkeerde naar de bewoonde westerse wereld en westers voedsel at zijn klachten terugkeerden.
Frances Pottenger, een Amerikaanse tijdgenoot van Price deed experimenten met katten. Hij verdeelde de katten in meerdere groepen die hij ofwel rauwe melk en rauw vlees voerde, ofwel verhitte melk en verhit vlees. De groep op rauw voedsel gedijde en produceerde probleemloos generatie na generatie een gezond nageslacht. De groep op verhit voedsel degenereerde met iedere generatie en kwam niet verder dan 3 generaties, waarna de groep onvruchtbaar werd en zich niet meer kon voortplanten. Ook constateerde Pottenger exact hetzelfde bij zijn gedegeneerde katten als Price zag bij gedegenereerde mensen, nl. een versmalling van het gezicht, de kaakstructuur en het gebit als het gevolg van een leenproces waarbij het lichaam mineralen van zichzelf gaat lenen. Ook het gedrag verslechterde, iets wat McCarrison ook observeerde bij zijn ratten. De dieren die goed voer kregen waren vriendelijk en lief, de dieren die slecht voer kregen waren agressief en vijandig. Ze vertoonden zelfs seksuele perversie! Pottenger toonde, net als Price, aan dat de omgeving van de cellen positief of negatief te beinvloeden is door gedegenereerde dieren weer rauwe melk en rauw vlees te voeren en gezonde dieren verhitte melk en verhit vlees. De gedegeneerde dieren veranderden in positieve zin qua gezondheid en gedrag, de gezonde dieren in negatieve zin.
George Mann, iemand die de bestaande theorieen over verzadigd vet en cholesterol ernstig in twijfel trok, besloot de Masai in Tanzania te onderzoeken op de gezondheid van hun hart en bloedvaten. De Masai voeden zich met melk, vlees en bloed en zouden dus volgens de huidige 'wetenschap' stijf moeten staan van de hart- en vaatziekte. Het tegendeel was waar: men had een bloedbeeld waar menige westerling jaloers op zou zijn!
De Nederlander Remko Kuipers leefde een tijd onder een natuurvolk in Tanzania en deed daar o.a. bloedonderzoek. Hij is van mening dat hedendaagse voedingsdeskundigen hun excuus moeten aanbieden aan het Nederlandse volk vanwege het verstrekken van volkomen verkeerd voedingsadvies en dat nu eindelijk maar eens onze consumptie van koolhydraten tegen het licht moeten worden gehouden i.p.v. altijd weer die eenzijdige focus op verzadigde vetten en cholesterol.
10. Hebben critici niet toch een beetje gelijk? Waar faalt Price?
Ik daag iedereen uit met een betere en volledigere studie over voeding voor de dag te komen dan die Price heeft vastgelegd in zijn boek in 1939. Tot op heden is zijn werk onovertroffen en is daarom nog steeds relevanter en actueler dan ooit!
11. Hoe kun je nog wijs worden uit de voors en tegens als iedereen elkaar gaat zitten bestrijden?
Van WikiPedia: The Quackwatch website published an essay by Stephen Barrett MD that says the Weston A. Price Foundation promotes "questionable dietary strategies" and on grounds that the core assumptions of Weston Price's original work are incorrect and contrary to contemporary medical understanding.[24] The Foundation has written a rebuttal to Barrett's essay.[25]
Laten we eens kijken naar het woord 'quack', afkomstig van het Nederlandse 'kwakzalver'. Vroeger had je reizende medicijnmannen die een middel tegen alle kwalen verkochten. Vaak was dat kwik, verwerkt in een zalf. De oude naam voor kwik is 'kwikzilver'. Vanwege kwikzilver in zalven is de term 'kwakzalver' ontstaan. Dat dit een middel was tegen alle kwalen was niet gelogen, want iedereen die het gebruikte viel dood neer! Maar dan was de reizende medicijnman alweer vertrokken naar de volgende plaats.
Een van die reizende medicijnmannen was William Rockefeller, opa van de schatrijke oliebaron John D. Rockefeller. Deze laatste heeft in 1910 het huidige geneeskundige model opgezet door universiteiten te sponsoren en daarmee ook te bepalen wat er op deze universiteiten werd onderwezen. De bedoeling was een medisch model te creeren dat gebaseerd was op synthetische (chemische) producten, gemaakt van olie. Alle natuurlijke geneeswijzen (met een veel langere geschiedenis en traditiie) werden aan de kant geschoven en weggezet als 'kwakzalverij'. En dat terwijl zijn opa een regelrechte kwakzalver was! Kwik neemt nog steeds een belangrijke plaats in als 'medicijn' in de huidige geneeskunde, bijv,. als amalgaam in vullingen en als ingredient in vaccins.
En wij moeten een dergelijke 'wetenschap' voor waar aannemen en een veel oudere traditie van natuurlijk voedsel en kruidengeneeskunst opzij zetten? De 'wetenschap' is volkomen gemanipuleerd doordat deze gefinancierd wordt door partijen die belang hebben bij een bepaalde uitkomst. Price was onafhankelijk, want hij financierde zijn eigen onderzoek. Bovendien onderzocht hij gezondheid en geen ziekte. Hoeveel medische onderzoekers kunnen dit nu nog zeggen? Waarom hebben medische opleidingen wel het vak pathologie (ziekteleer) en niet sanitologie (gezondheidsleer)? Weten we eigenlijk nog wel wat gezondheid werkelijk is? Onze standaard voor gezondheid is half-ziek!
Mike